Tuinders die van knutselen houden, kunnen met een gerust geweten dure Ollas uit de bouwmarkt redden. Want bewatering met een doe-het-zelf variant biedt eigenlijk alle voordelen van het origineel. Wat volgt zijn gedetailleerde instructies om zelf een Olla te bouwen, afgerond met een paar waardevolle tips.
Het principe van irrigatie
De Olla is geen moderne uitvinding. Net als het natuurlijke materiaal waar het van gemaakt is: klei. In Zuid-Amerika worden kleipotten al eeuwenlang gebruikt om water op te slaan. Omdat klei poreus is, geeft het voortdurend kleine hoeveelheden water af aan de omgeving. Ingegraven in de grond en regelmatig gevuld met water, zorgen Ollas voor een gelijkmatige toevoer van vocht naar het wortelgedeelte van de planten. Ze zijn nu ook in dit land verkrijgbaar en doen hun werk in tuinbedden en potten. Zelf bouwen scheelt geld, maar let op: ook hier moet het klei zijn!
Opmerking:
De naam Olla komt uit het Spaans. Daarom is de juiste uitspraak “Oja”
Kleipotten als basis
Bijna geen enkele tuinman kan aardewerk maken of heeft daar altijd de mogelijkheid toe. Voor zelfmontage worden kant-en-klare plantenpotten van klei gebruikt, elk met een gat in de bodem.
Voor afmetingen en eigenschappen geldt het volgende:
- Er zijn twee potten nodig per Olla
- of het nu nieuw of gebruikt is
- Potten mogen niet geglazuurd zijn
- Capaciteit is afhankelijk van het te irrigeren gebied
- Vuistregel: 5-6 l per vierkante meter (beide potten bij elkaar opgeteld)
- bouw meerdere Ollas indien nodig
- Gebruik kleinere potten voor potplanten (ruimteprobleem)
Tip:
Kies twee potten waarvan de diameter ongeveer 1 cm verschilt. Dit kleine verschil maakt het bijzonder eenvoudig om de potten in elkaar te zetten tot een Olla.
Gatenafdichting
Als beide potten gaten in de bodem hebben, wat meestal het geval is bij terracotta potten, moet het gat in één pot worden gesloten. Je kunt hiervoor een aardewerkscherf of een platte steen gebruiken.
Lijm
De twee potten moeten een stevig geheel vormen, zodat het water alleen via het poreuze kleioppervlak naar buiten komt zoals bedoeld. Hier heb je verschillende keuzes:
- Cement
- Epoxyhars
- Tegellijm voor buiten
Tip:
Soms is een irrigatiesysteem slechts voor een afzienbare periode nodig. Dan is het zinvol om de potten te lijmen met echte of als alternatief plantaardige bijenwas. De potten kunnen eenvoudig worden verwijderd en gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn.
DIY-instructies
- Plan uw irrigatiesysteem, d.w.z. H. Aantal en grootte van ollas. Grotere gebieden kunnen beter worden geïrrigeerd met meerdere kleine, gelijkmatig verdeelde exemplaren in plaats van één enkele grote.
- Verzamel de materialen die je nodig hebt. Zoek indien nodig tijdig naar gebruikte kleipotten om de kosten te minimaliseren, bijvoorbeeld op een rommelmarkt.
- Spreid een oude deken, krant of folie uit als basis.
- Zet potten en andere materialen binnen handbereik.
- Cement of tegellijm mengen volgens de instructies. Als je met was werkt, smelt het dan tot het stroperig is.
- Begin met het lijmen van het onderste gat, maar slechts voor één pot. In de andere pot blijft het gat open zodat je deze later met water kunt vullen met een gieter of slang. Als de potten verschillende afmetingen hebben, is het gat in de grotere pot gesloten.
- Lijm de steen of scherf aardewerk op zijn plaats zodat het gat volledig is afgedicht. Controleer dit voor de zekerheid door na het drogen wat water toe te voegen.
- Plaats de pot met het gesloten onderste gat zo dat de grote opening naar boven wijst.
- Plaats de tweede pot ondersteboven bovenop.
- Waar de twee potten elkaar raken, breng voldoende cement of een alternatieve lijm aan. Als er twee potten van verschillende grootte zijn, wordt de licht verzonken groef gevuld met het “kleefmateriaal”.
- Laat het hechtmateriaal goed uitharden.
- Test indien nodig de afdichting door water te gieten en de pot een paar uur te observeren.
“Inbedrijfstelling”
De zelfconstructie van dit irrigatiesysteem is pas voltooid als de kleiconstructie in de te bewateren bodem is begraven. Dit kan overigens ook een hoogslaper zijn. Alleen de bovenste 4 cm van de Olla mag zichtbaar zijn. Na de eerste vulling is het zinvol om te controleren hoeveel dagen later het gevulde water zal zijn opgebruikt. Je kunt met een zaklamp naar binnen schijnen of een peilstok gebruiken. De vastgestelde waarde kan als richtlijn dienen voor het tijdig bijvullen. Maar onthoud dat de consumptie in de loop van het groeiseizoen kan fluctueren als gevolg van het weer en de grootte van de planten.
Tip:
Om ervoor te zorgen dat er geen vuil of insecten via het vulgat in de binnenkant van het irrigatiesysteem kunnen komen, moet u het losjes afdekken met een stuk scherf of een steen.
Olla's zijn niet winterbestendig
Klei neemt water op, water zet uit als het bevriest. Het resultaat: kleipotten barsten. Dit irrigatiesysteem is dus niet gemaakt voor lokale winters. Dit geldt overigens niet alleen voor de doe-het-zelfversie, maar ook voor Ollas die in de winkels zijn gekocht.
Tip:
Aangezien buiten besproeien in de winter zelden of nooit wordt aanbevolen, graaf het irrigatiesysteem tijdig vóór de eerste nachtvorst op en bewaar het in een vorstvrije ruimte totdat de temperaturen het weer toelaten.