De smalbladige olijfwilg is bestand tegen temperaturen tot -20°C, maar dit geldt alleen voor exemplaren die vrij in de tuin stonden en voldoende tijd hadden om zich voor te bereiden op de winter. Ook hierbij kan vorstschade optreden, maar Elaeagnus angustifolia herstelt snel. Voor kopstekken die in de zomer en in containers worden genomen, is overwintering echter noodzakelijk. Hier moeten ze op een lichte plaats worden bewaard bij een temperatuur van 5 °C tot 10 °C. De grond mag niet volledig uitdrogen, maar water geven moet spaarzaam gebeuren en alleen wanneer dat nodig is.
Ziekten, onderhoudsfouten en plagen
Ziekten en plagen komen uiterst zelden voor op de robuuste olijfwilg. Als er toch parasieten verschijnen, zoals bladluizen, kunnen de aangetaste delen van de plant eenvoudig worden afgesneden en vernietigd. Het introduceren van nuttige insecten, zoals lieveheersbeestjes, helpt ook overmatige voedingsschade te voorkomen. Qua ziekten komt rot het meest voor, maar dit is meestal het gevolg van fouten in de zorg. Een te vochtige bodem, veroorzaakt door overmatige watergift, hoog grondwaterpeil of gebrek aan drainage, leidt bij Elaeagnus angustifolia snel tot wortelrot. Het eerste teken hiervan is vroegtijdig bladverlies en de plant wordt plotseling kaal. Als de wateroverlast niet is veroorzaakt door overmatig water geven, moet u de omstandigheden op de locatie wijzigen. Door het toevoegen van een drainagelaag, zand of kokosvezel wordt het substraat losgemaakt en droger gehouden. Met deze maatregelen kan in sommige gevallen een olijfwilg worden gered, zelfs als deze al aan rotting lijdt.
Veelgestelde vragen
Waarom verliest de olijfwilg bladeren?
Als Elaeagnus angustifolia kaal wordt, is de reden hiervoor meestal dat de grond te nat is. Aangepaste watergift, drainage of het losmaken van de grond kan helpen.
Is de smalbladige olijfwilg giftig?
De olijfwilg is niet giftig en daarom geschikt voor aanplant in tuinen waar huisdieren en kinderen spelen.
Wat u moet weten over olijvenweiden in het kort
Verzorging en planten
- De olijfwilg houdt van een zonnige tot gedeeltelijk schaduwrijke plek. Het moet een beetje vochtig zijn.
- De tuinvariëteiten zijn ideaal voor alle locaties. Ze geven de voorkeur aan zandgronden, maar kunnen ook leemgronden verdragen.
- De struiken worden vaak wat omvangrijk, maar kunnen ook goed tegen snoeien.
- Als de olijfwilg niet in de volle zon staat, groeit hij scheef, altijd naar de zon toe.
- Olijfwilg moet tijdens het groeiseizoen goed worden bewaterd. Vervolgens bemest je elke 14 dagen.
- Geplante exemplaren kunnen worden bemest met volwassen compost. Verdeel de compost in het voorjaar in een dunne laag in het wortelgebied.
- Let op bij het water geven: als er te weinig vloeistof is, worden alleen de bovenste centimeters grond nat, maar zullen de onderste wortels op middellange termijn afsterven.
Overwintering
- Overwinteren vindt plaats op een lichte plek, als de standplaats te donker is vallen de bladeren eraf. Het duurt lang voordat de plant weer ontkiemt.
- De temperaturen moeten rond de 5 ºC liggen. Omdat de olijvenweide in de herfst groenblijvend is, moet de grond zelfs in de winter licht vochtig zijn.
- Bij buitengebruik wordt aanbevolen om de plantenbak verhoogd op poten of polystyreenplaten te plaatsen.
- In strenge winters is extra winterbescherming aan te raden. De olijfwilg kan gedurende een korte periode temperaturen tot -15 ºC verdragen.
Snijden
- Jonge planten worden meerdere keren gesnoeid, zodat ze beter vertakken. Oudere oliewilgenplanten kunnen vrij groeien.
- Af en toe knip je oudere takken dicht bij de grond weg. Te grote planten kunnen eenvoudig worden ingekort.
- De beste tijd hiervoor is maart.
- Als je de olijfwilg niet snoeit, wordt hij sterk en uitgestrekt.
- De plant vertakt beter en wordt bossiger als je hem regelmatig snoeit.
- De belangrijkste snoei vindt plaats aan het einde van de winter, kort voor de nieuwe groei.
Plagen
- Plagen verschijnen meestal als gevolg van stress. Dit gebeurt vooral tijdens lange perioden van droogte.
- Anders is de olijfwilg een robuuste plant met een gezond immuunsysteem. Ongedierte heeft haar meestal niet zoveel last.