Voordat u groen aan uw huismuur toevoegt, moet u het project goed plannen om mogelijke schade aan het metselwerk te voorkomen. Voor het succes van de vergroening moet met bepaalde punten rekening worden gehouden.
Schade lokaliseren
Een van de belangrijkste punten bij het plannen van een gevelvergroening is de lokalisatie van bestaande schade aan de huismuren.
Klimplanten vormen op zichzelf geen probleem voor de muren als ze niet beschadigd zijn. Om deze reden is gevelvergroening bij nieuwbouw veel eenvoudiger uit te voeren dan bij bestaande bouw. Vooral een oud gebouw moet vaak grondig worden gecontroleerd voordat de gevelvergroening wordt doorgevoerd. Omdat de planten zich niet in de gevel nestelen, maar zich eraan vastklampen, is er geen probleem met huismuren zonder schade. Let daarom op de volgende gebreken die moeten worden gecorrigeerd voordat het project wordt geïmplementeerd:
- ernstige verwering
- scheuren
- lekkende gewrichten
- afbrokkelend gips
- permanent vochtige plekken
Opmerking:
Je moet bijzonder voorzichtig zijn met gevels die niet goed zijn gerenoveerd. In zo’n geval vinden de planten snel een barst die tot verdere schade kan leiden.
Verfafwerking bepalen
Een dichte pleister is voor geen van de geschikte klimplanten een probleem, maar er kan wel een probleem ontstaan als je een verf gebruikt die niet geschikt is voor groen op gepleisterde muren. In het bijzonder moeten hier verven op kunststofbasis, zoals kunststofdispersies, worden vermeld. In vergelijking met andere producten zoals kalkverf kunnen er bij het gebruik van kunststofdispersies luchtbellen ontstaan tussen het pleisterwerk en de verf. Deze slaan vocht op, wat de perfecte ingang is voor hechtwortels. Om deze reden moet u vergroening vermijden of een klimhulpmiddel gebruiken, aangezien dit niet direct tegen de huismuur aan ligt.
Selecteer geschikte planten
Om mogelijke schade zonder grote inspanningen te voorkomen, kunt u ook op geschikte planten vertrouwen. Zeker klassieke zelfklimmers als klimop (Hedera helix), de groenblijvende kruipspindel (Euonymus Fortunei var. radicans) of klimhortensia (Hydrangea petiolaris) behoren tot de meest populaire soorten voor gevelbegroening, maar vormen door hun hechtwortels een gevaar voor reeds beschadigde gevels. Als de schade niet kan worden gerepareerd, moet u andere methoden gebruiken.
Trailers en bladstengelranken
Bloemblaadjes, die vooral in Midden-Europa voorkomen als clematis (clematis), zijn volkomen onschadelijk. Individuele scheuten winden zich omhoog rond staven of touwen van het traliewerk en houden zo de plant op zijn plaats. Ze zoeken geen steun aan de huismuur, waardoor er geen schade ontstaat. De ranken groeien op een vergelijkbare manier. Ze hebben ranken die zich op de tast een weg naar voren banen en een goede plek op het traliewerk uitkiezen om zo hoog mogelijk te komen. Ook staan ze niet bekend om schade aan gevels.
Dit omvat de volgende soorten:
- Geurende zoete erwt (Lathyrus odoratus)
- Echte wijnstok (Vitis vinifera)
- Gemeenschappelijke maagdelijke wijnstok (Parthenocissus vitacea)
- Klokwijnstok (Cobaea scandens)
- Oost-Indische kers (Tropaeolum)
- Wilde wijnstok (Vitis vinifera subsp. sylvestris)
Klimmer verspreiden als gevelvergroening
Spreadclips zijn de volgende in de rij. Hun scheuten blijven eenvoudigweg in het klimhulpmiddel hangen en veroorzaken geen schade. Door hun groei kunnen ze gemakkelijk in de gewenste vormen worden gesneden. De bekendste voorbeelden zijn:
- Bramen (Rubus sekte. Rubus)
- Vuurdoornen (Pyracantha)
- Klimrozen (roze soorten)
- Winterjasmijn (Jasminum nudiflorum)
Geschikte klimplanten
Klimplanten beschadigen de gevel niet echt, maar wel de klimhulpmiddelen zelf of onderdelen zoals palen en buizen aan de gevel. Vooral zwaar zwaaien kan een probleem worden, omdat dit ook schade aan de huismuur kan veroorzaken. Daartoe behoren talloze planten die erg populair zijn als groen:
- Akebia (Akebia quinata)
- Boomklauwier (Celastrus orbiculatus): Sterke klimplant
- Wisteria (Wisteria sinensis): Sterke klimplant
- Kamperfoelie (Lonicera)
- Hop (Humulus lupulus)
- Kiwi (Actinidia)
- Whistleweed (Aristolochia macrophylla)
- Glitterweed (Fallopia baldschuanica): Sterke klimplant
Gebruik klimhulpmiddelen
Afhankelijk van de plantenkeuze en het type gevel kan het zijn dat je een klimhulpmiddel moet gebruiken. Het grote voordeel hiervan is het hoge beschermingsniveau tegen mogelijke schade, omdat de planten niet direct tegen de muur van het huis groeien. De enige “schade” die ontstaat door het gebruik van een klimhulpmiddel betreft de bevestigingen aan de gevel. Klimplanten kunnen behoorlijk zwaar worden en zonder goede bevestiging zullen ze omvallen, waardoor er na het planten grote schade ontstaat. Kies je voor een zelfklimmer, dan heb je geen klimhulpmiddel nodig, tenzij de ondergrond niet geschikt is voor de planten.
Voor de andere typen moet je een van de volgende klimhulpmiddelen gebruiken:
- Bladstengellatwerk: Trellistouwen (horizontaal en verticaal lopend)
- Anker: dun traliewerk (horizontaal, verticaal, diagonaal)
- Klimplanten: Trellis, pergola (bevestigd aan de huismuur)
- Spreadclimbing: Trellis, touwsystemen (horizontaal lopend)
Opmerking:
Als je klimplanten zoals blauwe regen via een latwerk aan de muur wilt bevestigen, moet je de regenpijpen beschermen. Anders zullen de scheuten zich om de pijpen wikkelen en ze letterlijk ‘wurgen’, waardoor ze ernstig beschadigd raken.
Problematische gevels?
Klimhulpmiddelen zijn niet alleen nodig als u geen wortelklimmers plant, maar ook als het gebouw geen klassiek oppervlak biedt om zich aan vast te houden. Er zijn diverse specifieke soorten gevels die door hun aard niet eens bang hoeven te zijn voor klimop of trompetbloemen (Campsis). Wilt u toch een zelfklimmer aanplanten, dan zijn de volgende soorten gevels geschikt mits u voor een geschikt klimhulpmiddel zorgt zoals bij de overige planten:
- geventileerde gevel (VHF)
- Gevel (thermisch geïsoleerd)
- bekleed met hout
- bekleed met trapeziumvormige plaatstalen wanden
- grote ramen (geen compleet raamfront)
Regelmatige snijmaatregelen in acht nemen
Om ervoor te zorgen dat de klimplanten geen overlast veroorzaken, mag u de snoeimaatregelen niet verwaarlozen. Het gaat dan vooral om vormsnoeien die de klimplanten onder controle houden. Regelmatige snijmaatregelen zijn noodzakelijk, vooral in de volgende gevallen:
- Planten worden te groot
- telen onder goten of dakpannen
- ramen en deuren blokkeren
Zonder snoeimaatregelen neemt de kans op verdere schade door te hoge planten toe. Controleer daarom regelmatig of een snede nodig is.
Het kan helpen als je langzaam groeiende soorten plant. Dit vermindert de snijinspanning aanzienlijk. Deze omvatten:
- Groenblijvende kruipende spindel
- Klimhortensia
- wikke (Vicia)
Opmerking:
Vergeet de algemene verzorging van de klimplanten niet. Het is vooral belangrijk om de klimhulpmiddelen te controleren en of dode scheuten of bladeren verwijderd moeten worden.