De dikke man, ook wel schaduwgroen of Japanse Ysander genoemd, behoort tot de buxusfamilie. Net als de verwante buxus is de Ysander giftig, maar toch een populaire bodembedekker die op vrijwel alle grondsoorten gedijt. Dankzij de wortelstokken (ondergrondse uitlopers) verspreidt hij zich vrij wijd. Omdat hij vallende bladeren ook omzet in humus, is het de ideale onderplant voor loofbomen.
De ideale locatie
Zoals de bijnaam schaduwgroen suggereert, groeit de Ysander graag in de schaduw, ongeacht of dit volledige schaduw of lichte schaduw (halfschaduw) is. Hij groeit heel goed onder park- en tuinbomen. Dit toont een rijke groene bladkleur. Op een zonnige standplaats verkleuren de bladeren vaak gelig. Dit is een teken dat uw Ysander zich niet echt lekker voelt. Het moet hier in ieder geval vaker worden bewaterd. In principe geeft de Ysander echter de voorkeur aan een vrij koele standplaats.
De juiste verdieping
Als het om de bodem gaat, stelt de Ysander geen hoge eisen. Hoewel hij de voorkeur geeft aan vochtige grond, kan hij ook tegen een iets drogere grond, zolang hij niet in de brandende zon staat. Het verdraagt echter niet zo goed kalk; de pH-waarde moet eerder in het lichtzure bereik liggen. Als de grond los en humusrijk is, kunnen de wortels van de Ysander zich gemakkelijk verspreiden. Te vaste grond kunt u iets losmaken door er fijn grind of zand door te mengen. De Ysander ‘verwerkt’ vallende bladeren zelf tot humus en verbetert zo de bodem voor zichzelf en de naburige planten en bomen.
Tip:
Als zogenaamde bladeter verbetert de dikke man de grond onder uw tuinbomen en houdt deze vochtig. Ook de bomen die boven de Ysander groeien profiteren hiervan.
Het zaaien
Ysander produceert wel zaden nadat hij bloeit van april tot mei, maar ermee zaaien is zelden succesvol. Dit komt omdat de meeste planten op de markt hybride variëteiten zijn. Deze produceren in de regel geen kiembare zaden en zijn steriel. Bovendien zijn andere vormen van vermeerdering, zoals het planten van stekken of vermeerdering door worteldeling, aanzienlijk succesvoller en minder tijdrovend.
De juiste plantafstand
Zelfs als de Ysander zich vanzelf verspreidt, moet je de afzonderlijke planten niet te ver uit elkaar planten. Een afstand van ca. 20 tot 30 centimeter is ruim voldoende. Er ontstaat al snel een dicht plantentapijt, waar nauwelijks nog wilde kruiden tussen groeien. Onkruid wieden behoort dan tot het verleden, tenminste op dit punt in uw tuin.
Zelfs als je snel een gesloten plantentapijt wilt hebben, moet je je dikke mannen niet te dicht bij elkaar planten. Dit leidt er alleen maar toe dat de individuele planten niet zo goed wortelen en elkaars groei belemmeren.
Planten en verplanten
Je kunt de Ysander in principe het hele jaar door in je tuin planten, zolang de grond niet bevroren is. Planten in de winter wordt echter niet aanbevolen. Net als elke andere plant heeft Ysander een bepaalde hoeveelheid tijd nodig om te groeien. Als de grond gedurende deze tijd bevroren is, is beworteling niet mogelijk en kan de vers geplante Ysander zichzelf niet van voldoende water of voedingsstoffen voorzien. De ideale planttijden zijn de lente en de vroege herfst, waarna uw Ysander in de winter goed ingeburgerd zal zijn.
Stap voor stap planten:
- Controleer de plantenverdeling in het bed (7 tot 12 planten per vierkante meter, afhankelijk van de grootte)
- Graaf plantgaten die iets groter zijn dan de kluit
- doe wat kunstmest, compost of hoornkrullen in het gat
- Plant plaatsen
- Vul het gat met aarde
- Druk op aarde
- De plant goed water geven
Water geven en bemesten
Een beetje vochtige grond is goed voor Ysander. Daarom moet je hem af en toe een beetje water geven als hij langere tijd droog staat. Hoe meer zon de plant krijgt, hoe hoger de waterbehoefte van de dikke man. Bemesten is niet per se nodig, maar soms is het wel heel nuttig. Dit geldt vooral voor zeer arme grond. Werk in de herfst een beetje volwassen compost in het gebied. Pas op dat je de wortels niet te veel beschadigt. Hoewel de robuuste Ysander hiervan zal herstellen, bespaar je de plant de extra stress als je voorzichtig te werk gaat.
Snijden
Snoeien is niet echt nodig voor Ysander. Het groeit vrij goed, maar vrij langzaam. Als u wilt dat uw plantentapijt in de kleur groen bijzonder dicht is, knipt u de jonge planten in de eerste herfst na het planten iets terug. Dit stimuleert meer knopontwikkeling.
Wilt u niet dat de Ysander zich te ver in uw tuin verspreidt, knip dan regelmatig de uitlopers aan de rand van het plantentapijt af. Afsteken met een schop is ook mogelijk. Als je wilt, kun je het schaduwgroen een beetje in vorm knippen.
Propageren
De Ysander verspreidt zich vanzelf. Mocht vermeerdering toch gewenst zijn, dan kan dit op verschillende manieren. Je kunt ervoor kiezen om je planten te verdelen of te vermeerderen met wortelstukken, maar je kunt er ook stekken van snijden of gewoon de uitlopers planten.
Deel Ysander
Als je je Ysander wilt verdelen, hoef je alleen maar de kluit in twee of meer stukken te scheiden met een schone en scherpe schop. De zo verkregen planten kunt u eenvoudig op de gewenste locatie herplanten. Vergeet niet de kleine plantjes goed water te geven.
Uitlopers of uitlopers planten
De Ysander verspreidt zich helemaal zelf via zijn wortelstokken (ondergrondse wortels). Wilt u hem hierbij helpen of de jonge plantjes op een andere locatie planten, dan kan dit zonder problemen. Graaf eenvoudig enkele uitlopers op (indien mogelijk al geworteld) en plaats ze terug op de gewenste locatie. Maar let ook hier op de juiste plantafstand. In het begin moet u de grond gelijkmatig vochtig houden, hierdoor kan de schaduwgroen gemakkelijker nieuwe wortels vormen. Op deze manier kun je de Ysander vrijwel het hele jaar door vermeerderen, behalve in de winter.
Stekken knippen
Snijd in de lente of vroege herfst scheuten van ongeveer 10 cm lang af en verwijder de onderste bladeren en eventuele bloeiwijzen. Steek de op deze manier behandelde scheuten eenvoudig in de grond. Als u uw stekken gelijkmatig vochtig houdt, zullen ze snel nieuwe wortels vormen. Hierdoor kun je binnen relatief korte tijd een groter gebied met groen bedekken.
De dikke man in de winter
De Ysander is robuust en zeer winterhard. Omdat het bovendien een groenblijvende plant is en vaak een groter oppervlak bestrijkt, zal uw tuin er het hele jaar door nooit kaal uitzien. Zelfs in de winter heeft de Ysander geen speciale verzorging nodig.
Ziekten en plagen
De robuuste Ysander heeft nauwelijks last van ziekten en plagen, zeker niet als de plant gezond is en op een goede standplaats staat. Ziekten kunnen echter aanzienlijke schade aan uw schaduwgroen veroorzaken. Dit is de zogenaamde Volutella-bladvlekkenziekte en stengelrot. Het wordt veroorzaakt door een zeer specifieke schimmel die alleen de Ysander (bot. Pachysander terminalis) aantast. Hij heet Volutella pachysandricola en komt vrijwel alleen voor op zwakke planten. Deze ziekte wordt soms verward met rot, wat ook bij Ysander kan voorkomen als het te vochtig of nat is.
Symptomen van Volutella-bladvlekken en stengelrot
In het begin verschijnen er meestal zwarte of bruine vlekken op de bladeren. Later zie je duidelijk de roze vruchtlichamen op de stengels en onderzijde van de bladeren. De Ysander verliest steeds meer blad en de aangetaste scheuten worden zacht en zwart. Je kunt de getroffen planten niet meer helpen, maar als je snel ingrijpt, kun je misschien de rest van je kleintjes redden. Verwijder onmiddellijk alle aangetaste planten, inclusief de grond die aan de wortels vastzit. Plant Ysander in geen geval meteen opnieuw op deze plek, maar wacht een paar jaar. De schimmelsporen kunnen lange tijd in de grond overleven en vervolgens zeer snel de nieuw geplante planten infecteren. In de tussentijd wordt groenbemesting aanbevolen.