Hieronder volgt een kort overzicht van de (vermeende) dennenplagen:
Inheemse en geïntroduceerde dennengasten
Er zijn veel dieren die zich op hun gemak voelen in de pijnbomen, en helaas worden nieuwe plagen steeds vaker vanuit hun natuurlijke verspreidingsgebied naar nieuwe gebieden getransporteerd. Dergelijke introducties nemen wereldwijd snel toe als gevolg van de mondialisering van de handel, wat kan leiden tot economische en ecologische schade wanneer bosbomen worden aangetast. Het is dus niet verkeerd als je geïnteresseerd bent in de kleine dieren aan je dennenboom.
- Tot de pijnboombezoekers behoren bijvoorbeeld verschillende boktorren, waarvan de Pogonocherus fasciculatus, de dennentakje boktor, en de Cortodera femorata, de dennentop diepogige boktor, “verantwoordelijk” zijn voor de den bomen.
- Er zijn ook verschillende schorskevers die zich sinds de jaren negentig massaal in ons gebied hebben vermenigvuldigd. Het feit dat deze kevers een ernstige bedreiging kunnen vormen, is vooral duidelijk in de Canadese provincie British Columbia, waar verwacht wordt dat tegen 2013 80 procent van de lokale pijnbomen zal zijn vernietigd door een schorskever, de Mountain Pine Beetle.
- Bovendien koloniseren sommige vlinders graag pijnbomen, zoals de dennenuil, de dennenmot en de dennenhaviksmot. Van de wespensoorten zijn vooral de dennenstruikbladwesp en de dennenbladwesp geïnteresseerd in dennenbomen. Andere dennenbezoekers zijn onder meer de dennenjuweelkever en verschillende dennenkevers.
Gevaarlijk dennenongedierte
Terwijl de vlinders, wespen en kevers ook nuttige insecten en zelfs enkele bijzonder beschermde soorten bevatten, behoren de nonnen (Lyrnantria monacha L.), die ook neigen naar pijnbomen, niet langer tot de micro-organismen die verwaarloosd kunnen worden zo ongevaarlijk.
De non heeft de neiging zich sterk te vermenigvuldigen en zich snel te verspreiden, vooral als gevolg van warme, droge zomers. Hij eet met name volledig kale sparren, die door het verwijderen van naalden vaak onomkeerbaar worden beschadigd. Pijnbomen kunnen meestal herstellen van een eenmalige non-plaag. Herhaaldelijk zwaar voeren is echter ook fataal voor hen. Dit is de reden waarom de bosbouwautoriteiten op grote schaal nonnen bestrijden als slechts in delen van een populatie een kritisch eieraantal is vastgesteld. Hiervoor worden diverse gewasbeschermingsmiddelen gebruikt die niet voor particulier gebruik verkrijgbaar zijn; Milieuvriendelijker (biologische of biotechnische) controlemethoden zijn momenteel niet voorhanden. In mei 2012 z. In de Altmarkkreis Salzwedel (Saksen-Anh alt op de grens met Nedersaksen) wordt bijvoorbeeld ongeveer 4.400 hectare bos vanuit de lucht besproeid met pesticiden om de verspreiding van de nonnen te voorkomen.
Het dennena altje is nog gevaarlijker, maar het lijkt erop dat hij ons nog niet heeft bereikt. Verschillende plantenbeschermingsdiensten en bosbouwadministraties verhogen ook hun monitoring van geïmporteerde houtdepots van waaruit de nematoden door boktorren naar de binnenlandse bestanden kunnen worden overgebracht. Als deze gevaarlijke dennenplaag op een dag zijn weg naar ons vindt, zou het b.v. Gunstige omstandigheden vind je bijvoorbeeld waarschijnlijk in Brandenburg, waar ongeveer 80 procent van de bossen uit pijnbomen bestaat.
Desalniettemin is het laatste dat u moet doen als u kleine dieren op uw kaken ziet, snel naar een dodelijke injectie grijpen. Omdat in de eerste plaats b.v. Er is bijvoorbeeld nog niet gezegd of dit ongedierte is; misschien zijn nuttige insecten die worden beschermd door de Federal Endangered Species Act ook dol op uw dennenboom. Er zijn dus nog een hele reeks andere maatregelen die je vooraf moet nemen:
Informeer naar de lokale plaagpopulatie en analyseer de locatie
Als er dieren in je kaken zitten, zou de eerste verstandige reactie een snel telefoontje naar de plaatselijke plantenbeschermingsdienst zijn. Zo kunt u snel achterhalen of er in uw regio een alarm is over geïmporteerd of inheems ongedierte. Als dit niet het geval is, dient u eerst een gedetailleerde analyse uit te voeren van de toestand van de bomen en de veranderingen die recentelijk hebben plaatsgevonden: Controleer de grond rond uw bomen, de vochtvoorziening en de voedingsstoffenvoorziening en informeer ook of er onkruid aanwezig is. Er zijn moordenaars gebruikt in het gebied waar uw bomen last van hebben. De meeste plagen geven er de voorkeur aan verzwakte en beschadigde bomen aan te vallen.
Zelf omgaan met dennenongedierte: alleen beter met deskundig advies
Als alles in de omgeving goed gaat, is het toch raadzaam eerst deskundige ondersteuning in te schakelen als je actie wilt ondernemen tegen de aantasting van een dennenboom. Daar zijn verschillende goede redenen voor:
- In veel gevallen hoeft u helemaal geen actie te ondernemen. Als uw kaken b.v. Als er bijvoorbeeld in de lente spinbladwespen op bezoek komen, zou een gezonde boom dit zonder uw tussenkomst aan moeten kunnen.
- Voordat je pesticiden gaat spuiten, moet je er eerst zeker van zijn dat je ze mag gebruiken. Tegen de larven van de webbladwesp, bijvoorbeeld: Zo is een product met de werkzame stoffen pyrethrum en koolzaadolie (Spruzit) wel toegelaten, maar niet voor dennenbomen in huis en volkstuin. Bovendien zou je elke rups direct moeten raken tijdens het spuiten; het verzamelen zou waarschijnlijk toch sneller zijn.
In het algemeen zijn de gewasbeschermingsmiddelen bedoeld voor huis- en volkstuinen alleen goedgekeurd voor bepaalde planten en bepaalde plagen. Ze mogen ook alleen op bepaalde tijden worden gebruikt: er zijn b.v. B. Producten die zijn goedgekeurd voor motten of kuikens, maar alleen in een bepaald larvenstadium (L1 t/m L2), alleen in het veld bij aanvang van de plaag ofDe eerste symptomen van schadelijke organismen worden zichtbaar en alleen bij zeer specifieke motten of kuikens zoals de vorstmot. Tegen vlinderrupsen kunnen andere middelen worden gebruikt, maar niet tegen de uilensoort daaronder. Of ze zijn goedgekeurd voor sierbomen, maar niet voor sierconiferen zoals dennen in de tuin.
Omdat er onder de bezoekers van uw dennenboom verschillende soorten kunnen zijn die worden beschermd door de Federal Species Protection Act: Tot de kevers (Coleoptera) behoren bijvoorbeeld: B. Op enkele uitzonderingen na vallen de juweelkevers (Buprestidae), de boktorren (Cerambycidae), de oliekevers (geslacht Meloe), de schröter (Lucanidae) en de loopkevers onder bijzondere wettelijke bescherming.
Daarom is een nauwkeurige diagnose altijd noodzakelijk voordat er gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt, die, naast de nauwkeurige identificatie van de plaag, ook positieve resultaten kunnen opleveren, zoals een volledige 'all-clear': dit is een vergeling van de naalden erin ofHet onderste deel van de takken is heel normaal bij dennenbomen, dus als je een professional raadpleegt, kun je niet alleen advies krijgen over hoe je het kunt bestrijden, maar kun je er ook achter komen dat je dennenboom er gewoon prima mee om kan gaan.