Als een zekering blijft doorbranden, moeten het circuit en de belasting worden gecontroleerd. Puur wiskundig gezien is het eenvoudig, maar er zijn ook enkele uitdagingen.
Eenheden
Drie variabelen spelen een rol in de berekeningen. Dit zijn:
- Ampere
- Volt
- Watt
Ampere (A) is de eenheid van elektrische stroom. Het geeft het aantal elektrische ladingen aan dat in een bepaalde tijd door een geleider stroomt. Hoe groter het getal, hoe groter de stroom.
Volt (V) is de elektrische spanning. Dit geeft de hoeveelheid energie aan die aanwezig is in ladingsdragers. Het wattage (W) is de eenheid voor vermogen. Het beschrijft de energieomzet in een vaste periode.
Tip:
Alle drie de factoren spelen een rol bij de verbinding tussen zekeringen, stopcontacten en consumenten. Dit geldt ook voor de berekeningen.
Veerkracht
De gewone zekeringen zijn ontworpen voor 230 volt. De maximale belasting wordt berekend door de twee waarden te vermenigvuldigen.
16 A x 230 V=3680 W
Een circuit met een enkele zekering mag daarom alleen tot dit punt worden belast. Anders wordt het om veiligheidsredenen onderbroken en moet een stroomverbruiker worden verwijderd voordat het weer kan worden opgestart.
Puur wiskundig gezien kunnen per circuit 16 stopcontacten of 16 apparaten met een verbruik van elk 230 W worden aangesloten. In werkelijkheid is planning en gebruik iets moeilijker. Omdat elektrische apparaten heel verschillende wattages hebben. Het is daarom de moeite waard om het verbruik van de betreffende apparaten grofweg te kunnen schatten.
Consumptie
Het is zinvol om bij aankoop het verbruik of wattage van de apparaten te kennen. Dit maakt het eenvoudiger om de totale belasting van een zekeringcircuit in te schatten. De energie-efficiëntieklasse en het type apparaat spelen een belangrijke rol. Het volgende voorbeeld kan dit beter illustreren.
Een moderne koelkast met energie-efficiëntieklasse A+++ verbruikt bij gebruik als vrijstaand apparaat zonder vriesvak minder dan 200 watt. Dit betekent dat per zekering van 16 ampère 18 koelkasten continu kunnen worden gebruikt zonder dat er storingen optreden. Een moderne haardroger heeft daarentegen 1.000 tot 2.000 watt nodig. In de praktijk betekent dit dat slechts twee tot maximaal drie apparaten per back-upcircuit tegelijkertijd kunnen worden gebruikt zonder risico op uitval.
Tip:
Hoe sneller een apparaat hoge prestaties moet leveren, hoe hoger het verbruik doorgaans is. Een stofzuiger belast dus meer elektriciteit dan bijvoorbeeld een permanent aangesloten vaste telefoon.
Sockets per zekering
In theorie is het bepalen van het aantal stopcontacten of het aantal apparaten heel eenvoudig. Het aantal apparaten en hun respectievelijke verbruik worden bij elkaar opgeteld.
Er moet echter rekening worden gehouden met de volgende punten:
- Plafondlampen bevinden zich meestal op hetzelfde circuit
- Defecten kunnen tot overbelasting leiden
- niet alle elektriciteitsverbruikers worden tegelijkertijd gebruikt
- verschillende apparaten hebben verschillende wattages
Het is daarom zinvol om de maximale belasting niet volledig te benutten. In sommige kamers kan dit gemakkelijker zijn dan in andere.
Voorbeeldnummers
In een grote woonkamer hangen vaak twee plafondlampen. Toegevoegd:
- Router 8 W
- Telefoon 5-7 W
- TV 100 W
- Ontvanger 5-15 W
- Staande lampen 20 W
- DVD/Blue-Ray-speler 0,5 W (stand-by) – 25 W (in bedrijf)
- Muzieksystemen 20 W (basisapparaat) + tot 50 W versterker + tot 40 W voor luidsprekers
- Spelconsoles ca. 200 W
Deze alleen kunnen tegelijkertijd rennen. Als er echter een stofzuiger wordt toegevoegd, mobiele telefoons worden opgeladen of een notebook wordt aangesloten, kan het zekeringscircuit overbelast raken en geactiveerd worden.
Om deze reden is het raadzaam om een buffer in de berekening in te bouwen. Het werkelijke verbruik moet daarom onder de maximale belastingslimiet liggen. Omdat niemand alle factoren nauwkeurig kan optellen bij het gebruik van een stopcontact of het tegelijkertijd gebruiken van meerdere apparaten.
Informatie ter oriëntatie
Een paar punten kunnen als richtlijn worden gebruikt bij het plannen en toewijzen van het aantal stopcontacten:
- per enkelvoudig stopcontact 200 tot 300 W
- per dubbel stopcontact 300 tot 500 W
- per slot in stekkerdozen 250 W
Deze planning maakt het gemakkelijker om het verbruik snel in te schatten en zo te voorkomen dat de last te hoog wordt. Uiteraard speelt het ook een rol welke en hoeveel apparaten momenteel stroom verbruiken. Gebruik nooit meer dan tien slots bij werkende apparaten per zekeringcircuit. Voor elektrische apparaten met een hoger verbruik wordt het aantal dienovereenkomstig verlaagd.
Let op: risico op triggering
Als apparaten defect zijn, kunnen de betreffende zekeringen kortstondig overbelast zijn. Het enige dat hier helpt, is om de verschillende potentiële triggers na elkaar te testen. Op deze manier kan het betreffende elektrische apparaat worden gevonden en definitief uit het zekeringcircuit worden verwijderd. Anders kunnen ook andere aangesloten apparaten, de slots zelf of de kabels beschadigd raken.
Oriëntatie op elektriciteitsverbruik
Omdat verschillende elektrische apparaten qua verbruik sterk variëren, bieden wij een overzicht van de apparaten die vaak in het huishouden worden gebruikt en hun respectievelijke wattage:
- Lamp op helderheid 40 tot 100 W
- Wasmachine 1.800 tot 3.000 W
- Wasdroger 1.500 tot 2.000 W
- Stofzuiger 400 tot 1.600 W
- elektrische tandenborstel ongeveer 2 W
- elektrisch scheerapparaat 2 tot 3 W
- TV 100 W
- Laptop 20 tot 200 W
- Tablet 10 tot 20 W
- Mixer ongeveer 400 W
- Broodrooster 800 W
- Koffiemachine 800 tot 1.200 W
- Fornuis en oven 600 tot 800 W
- Magnetron 700 tot 1.000 W
- Waterkoker 600 tot 3.000 W
Apparaten met een hoog wattage leveren ook sterke prestaties. Een waterkoker met zo'n 2.000 W brengt het water sneller aan de kook en verbruikt daardoor op de lange termijn minder elektriciteit, omdat hij maar zo'n twee tot drie minuten aan staat. Gedurende deze periode wordt het zekeringcircuit echter zwaarder belast dan een apparaat met 600 W.
Tip:
Als vuistregel geldt: hoe meer stroom een apparaat in korte tijd moet produceren, hoe hoger het verbruik. Het verbruik van een föhn is daardoor hoger dan dat van een koelkast. Een föhn moet grote hoeveelheden lucht aanzuigen, opwarmen en weer loslaten, terwijl de koelkast de lage temperatuur maar één keer hoeft te bereiken en vervolgens vast te houden. Het wordt ondersteund door de isolatie en het reeds gekoelde voedsel.