Met een zelfvoorzienende tuin worden voedselschandalen en voedsel dat besmet is met pesticiden minder een bedreiging. Om op termijn de verantwoordelijkheid voor je voedingspatroon weer volledig terug te krijgen, is het hebben van een eigen moestuin een belangrijke eerste stap. Zorgvuldige planning voorkomt effectief ontmoedigende mislukkingen. Deze gids belicht alle stappen naar uw eerste kleine, zelfvoorzienende tuin, van A, zoals hectare, tot Z, zoals hekwerk. Hoe u uw moestuin met expertise kunt plannen.
Gecultiveerd gebied – empirische waarden als planningsaanpak
Er bestaat geen algemene vuistregel om de juiste omvang van de bebouwde oppervlakte te bepalen. Het zijn eerder uw individuele wensen en eisen die de grootte van uw eerste kleine, zelfvoorzienende tuin bepalen. Om te beginnen is het volkomen voldoende als de gecultiveerde oppervlakte uw gezin gedeeltelijk of grotendeels zelfvoorzienend maakt. Zodra er voldoende ervaring is opgedaan, vereist de stap naar volledige zelfvoorziening geen tuinierinspanningen meer. De volgende informatie dient als leidraad voor een praktische planningsaanpak voor uw moestuin:
- Gedeeltelijk zelfcatering: 25 m² per persoon
- Verregaande zelfvoorziening: 70 m² per persoon
- Volledige zelfcatering: 170 m² per persoon
Deze gebiedsinformatie omvat de teelt van groenten en kruiden, evenals de benodigde ruimte voor werkroutes en compostgebieden. Als onderdeel van volledige zelfvoorziening zijn er ook gebieden voor de teelt van zachtfruit gepland.
Sitevoorwaarden
Zodra je een gebied met de aanbevolen afmetingen hebt ontdekt, onderzoek dan zorgvuldig het licht, de temperatuur en de bodemgesteldheid. De ideale locatie voor een moestuin heeft deze kenmerken:
- Zonnige tot halfschaduwrijke locatie
- Beschermd tegen harde wind maar toch luchtig
- Bij voorkeur in de directe omgeving van het huis
- Losse, voedselrijke grond, zand-leemachtig met een kleine hoeveelheid klei
- Structureel stabiele, maar toch doorlatende grond
- Fris tot vochtig, zonder neiging tot wateroverlast
Als de bodemkwaliteit niet aan ideale omstandigheden voldoet, compenseer dan kleine tekorten met bodemadditieven. Als de grond te zandig is, kunt u compost, bladvorm of schorshumus gebruiken om de opslagcapaciteit voor water en voedingsstoffen te verbeteren. Verdichte grond wordt lekker los en beter doorlatend als je kwartszand of fijne korrel verwerkt. Als u last heeft van overmatige blootstelling aan wind, creëer dan een tegen de wind beschermd microklimaat met een haag van struiken als omheining.
Opstelling van de perken – boerentuin met rolmodelfunctie
Om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen over de juiste opstelling van de bedden, verzoeken wij u een vel papier mee te nemen. Schets de beschikbare tuinruimte op schaal, met aantekeningen over de plaatselijke bodem- en lichtomstandigheden. Bij het plannen van uw eerste kleine zelfvoorzienende moestuin raden wij u aan te vertrouwen op de historische ervaring van boerderij- en kloostertuinen. Op basis van deze knowhow ontwikkelt u in de loop der jaren uw individuele tuinconcept. Deze opstelling van de bedden heeft zich in de praktijk al eeuwenlang bewezen voor een winstgevende groenteteelt:
- 4 rechthoekige bedden met een praktische breedte van 1,20 m
- De lengte is afgestemd op de totale beschikbare oppervlakte
- Kruispunt en een omringend pad als toegang tot de bedden
Je kunt een gestructureerd uiterlijk creëren met randen voor elk bed en een hek om de hele moestuin af te sluiten. Deze plattegrond kunt u later opnieuw gebruiken om de beplantingsplan te maken.
Tip:
De planning voor je eerste kleine zelfvoorzienende tuin is pas compleet met een composthoop en een regenton of een wateraansluiting. Omdat de toevoer van water en voedingsstoffen de spil van het zorgprogramma is, moeten vloeibaar water en organische mest altijd binnen handbereik zijn.
Padplanning – basis voor efficiënt werken
Ongehinderde, droge toegang tot de bedden, onder alle weersomstandigheden, is een basisvereiste voor een soepel verloop van de beplantings- en verzorgingswerkzaamheden in de moestuin. De breedte van de paden is zodanig dat je er gemakkelijk met een kruiwagen kunt manoeuvreren. Plan daarom voor elk pad een breedte van 80 tot 100 cm. Als vooraf al duidelijk is dat er altijd twee personen tegelijk voor de zelfstandige tuin zullen zorgen, raden wij een padbreedte van 150 cm aan. Voor de bekleding is een breed scala aan geschikte materialen beschikbaar:
- Schorsmulch en zaagsel: dicht bij de natuur, onderdrukt onkruid, moet regelmatig worden bijgevuld
- Houten schijven gelegd in zand, grind of aarde: Eigen productie en installatie mogelijk, maar glad als het nat is
- Klaver: wordt ieder jaar gezaaid, het maaisel dient als mulchmateriaal, waardoor regenwater snel wegsijpelt
- Gazon: permanent, decoratief padoppervlak, moet regelmatig worden gemaaid en getrimd
- Zand en grind: Niet aanbevolen voor kleine moestuinen vanwege de hoge onderhoudsinspanningen
Paden gemaakt van natuursteenplaten zijn veeleisend om te creëren. Zodra de initiële inspanning is overwonnen, zullen deze bekledingen vele jaren meegaan zonder de noodzaak van regelmatige, tijdrovende onderhoudswerkzaamheden. In de ecologisch beheerde moestuin mag er onkruid tussen de platen groeien, wat het natuurlijke karakter onderstreept.
Bedranden
Door elk bed een rand te geven, benadrukt u een verzorgde uitstraling en bevordert u het plaatselijke microklimaat voor uw groenteplanten. Een verscheidenheid aan decoratieve opties laten veel ruimte voor uw persoonlijke smaak. De volgende aanbevelingen kunnen als inspiratie dienen:
- Houten planken of minipalissades: stabiel, duurzaam en gemakkelijk te onderhouden
- Klinker of veldsteen: Enorme afbakening, maar duur in aanschaf
- Kleine bomen en vaste planten: natuurgetrouw, harmoniëren goed met groenteplanten, vereisen regelmatige verzorging
In klassieke cottage-tuinen dienden kleine boekenbomen traditioneel als borders voor groentebedden. Sinds het toegenomen uiterlijk van de buxusboorder en het afsterven van scheuten hebben andere planten deze functie overgenomen. Onderhoudsarme soorten zoals groenblijvende berg-ilex (Ilex crenata), dwergliguster (Ligustrum vulgare), geurige lavendel (Lavender officinalis) of de betoverende dwergstrobloemstruik (Helichrysum italicum) zijn erg populair voor de eerste kleine, zelfvoorzienende tuin.
Een moestuin afzetten – tips voor de ideale omheining
Met een hek kun je je moestuin visueel afbakenen en ongenode gasten op afstand houden. Zelfs als uw kleine zelfvoorzienende tuin zich in een reeds omheind gebied bevindt, raden wij u aan om een hekwerk te plaatsen, dat in dit geval lager kan zijn. De volgende tips laten het ruime aanbod aan mooie en praktische hekwerken zien:
- Houten hekwerk van sparren- of larikslatten en hoekpalen van eikenhout, 120-150 cm hoog
- Wilgenhek gemaakt van wilgentakken of hazelnoottakken tussen verticale palen
- Stakingshek, jachthek gemaakt van lariks latten tussen eiken palen met essen sluitingen
- Levende omheining in de vorm van een haag van groenblijvende en/of bladverliezende heesters
Je kunt pittoreske accenten toevoegen aan een eenvoudig houten hek met bloeiende hekpeers. Zonnebloemen (Helianthus), clematis (Clematis) en stokrozen (Alcea) komen hier goed tot hun recht.
Tip:
Sommige ruimteproblemen worden opgelost met een verticaal bed. Hekwerken, pergola's of huismuren worden omgetoverd tot een ruimtebesparende teeltruimte. Speciaalzaken bieden een scala aan geavanceerde, weerbestendige plantsystemen. Het aanbod strekt zich uit van plantenzakken tot manshoge, verticale verhoogde bedden.
Gemengde cultuur – ideaal plantsysteem in de moestuin
Als beplantingssysteem voor uw eerste kleine, zelfvoorzienende tuin raden wij u graag de beproefde mengcultuur binnen de afzonderlijke bedden aan. Deze term beschrijft de teelt van verschillende gewassen met vergelijkbare voedingsbehoeften in de directe omgeving op hetzelfde bed. Doordat zware, middelmatige en lage feeders ieder jaar het bed verwisselen als onderdeel van de teeltwisseling, raakt de grond niet uitgeput en kunnen zich geen ziekteverwekkers ophopen. Het doel van deze teeltwijze is het gericht voorkomen van bodemmoeheid, ziekten en plagen.
De volgende voorbeelden illustreren de procedure voor een effectieve plantplanning binnen de afzonderlijke bedden: Als uien en wortels het bed delen, stoten uien de wortelvlieg af. Kool en bleekselderij vormen een dreamteam omdat ze elkaar beschermen tegen koolwitje en selderijroest. Als je radijsjes aan de salade toevoegt, hebben sluwe vlooienkevers geen kans. Gemengde cultuur na wortelgroei is ook voordelig.
Diepgewortelde planten zoals bonen, pompoen of savooiekool harmoniëren uitstekend met ondiepe wortels zoals erwten, spinazie of veldsla, omdat hun wortels elkaar niet in de weg zitten. Natuurlijk zijn er ook buren die elkaars groei en opbrengst in de moestuin belemmeren. Bij deskundige gemengde teelt worden erwten daarom niet naast bonen of tomaten geplant in de directe omgeving van aardappelen.
Plan de vruchtwisseling van zware en zwakke feeders correct
Binnen elk bed garandeert de gemengde cultuur de beste oogstresultaten voor het huidige seizoen. Door bovendien rekening te houden met de beproefde vruchtwisseling van jaar tot jaar, levert u een verdere bijdrage aan het voorkomen van bodemmoeheid, ziekten en plagen. Plant hiervoor in het eerste jaar bed 1 met zware feeders, bed 2 met medium feeders en bed 3 met weinig voedende groenteplanten. Het jaar daarop herbergt bed 3 de zware feeders, bed 2 de zwakke feeders en bed 1 de medium voedende planten. Als je doorgaat met deze verandering, hoef je in je eerste moestuin zelden te klagen over ziekten, plagen of slechte oogsten.
- Zware eters: Selderij, alle soorten kool, pompoen, tomaten, courgette en aardappelen
- Gemiddelde eters: Snijbonen, uien, prei, paprika en snijbiet
- Zwakke eters: Erwten, wortels, sperziebonen en de meeste kruiden
Als u een vierde bed in de plattegrond heeft opgenomen, zullen meerjarige, locatiespecifieke groenteplanten, zoals rabarber, hier goed gedijen. Hier zou ook een niche voor brandnetels en smeerwortel moeten worden gepland om van deze planten een rijke, organische meststof in de vorm van plantenmest te produceren.
De kunst van professionele planning ligt in het verstandig combineren van gemengde cultuur en vruchtwisseling. Planten met dezelfde voedingsbehoefte zijn niet altijd geschikt als bedburen. De associatie van erwten en bonen is een typisch voorbeeld van een ongunstige gemengde cultuur, ook al zijn het allebei zwakke eters.
Tip:
Het mengen van bloemen met de groenten verbetert niet alleen het uiterlijk. Met de juiste combinatie van sier- en nuttige planten kunt u uw weerstand tegen ziekten en plagen optimaliseren. Het is bewezen dat goudsbloemen en goudsbloemen luizen, nematoden en virussen afstoten.
Conclusie
Met de planning van de eerste moestuin ligt de droom van een zelfvoorzienende tuin binnen handbereik. Zelfs een oppervlakte van 25 vierkante meter per persoon is voldoende om regelmatig te genieten van verse groenten van eigen bodem. Vier bedden van gelijke grootte met een kruispunt en een omheining geven structuur en vorm aan de eerste stap naar een zelfvoorzienend leven. Als u van plan bent een gemengd gewas te planten met jaarlijkse vruchtwisseling, blijft het bodemleven actief en krijgen ziekteverwekkers een slechte kans. Als je debuut succesvol is, doe je door de jaren heen waardevolle ervaring op in de biologische groenteteelt voor een volledig zelfstandige zelfvoorziening.