Het Kaapse madeliefje of Kaapse madeliefje, Latijn 'Osteospermum', is een opvallend bloeiende vaste plant. Omdat hun madeliefachtige bloemen de ultieme verscheidenheid aan kleuren bieden. Van mei tot oktober betovert het de kijkers en baadt het bedden en plantenbakken in vrolijke kleuren. Dankzij de maximale hoogte van 50 cm is hij een prachtige natuurpracht wanneer hij in groepen met andere vaste planten wordt geplant. Hij verdient een vaste plek in onze tuin.
Er bloeit een grote verscheidenheid aan bloemen en struiken in onze tuinen. Of het nu gaat om een cottagetuin, een natuurtuin of een exclusieve tuin, uw eigen tuin weerspiegelt altijd de persoonlijke smaak en het welzijn van de hobbytuinier. Op basis van deze specificaties worden de bloemen, vaste planten, heesters en bomen geselecteerd. Hoe uw eigen tuin ook is ingericht, de Kaapse madeliefje of Kaapse mand mag in geen enkele tuin ontbreken. Dankzij zijn expressiviteit en verscheidenheid aan kleuren is het een blikvanger in elke tuin. Afhankelijk van de locatie kan een specifieke kleur uit de verscheidenheid aan kleuren van de Kaapmand het uiterlijk van een bed perfect completeren.
Profiel
- Vaste plant of halfheester met dichte en bossige groei, meestal gekweekt als eenjarige
- Groeihoogte tussen 30 en 50 cm
- Bladeren: langwerpig, geheel of meertand
- Bloem: vergelijkbaar met madeliefjes, bloemhoofdjes in wit, roze, violet, geel of tweekleurig
- Bloeitijd: van mei/juni tot oktober
- oorspronkelijke groei, bloei en consistent
- houdt van zon tot halfschaduw
- evergreen
- vaste plant
- niet winterhard
Zaden of jonge planten
'Osteospermum' moet als jonge plant worden gekocht. De jonge planten zijn hybride rassen. Ze kunnen niet door zaden worden vermeerderd. Hoewel de zaden zouden ontkiemen, zouden ze zich ontwikkelen tot totaal verschillend ogende planten. Als culturele hybriden moeten worden vermeerderd, kan dit worden gedaan met behulp van stekken. Cape basket-hybriden worden commercieel als zaden verkocht. In de regel zijn dit de variëteiten van Kaapse goudsbloemen en geen Kaapse goudsbloemen. Het zaaien van de zaden is eenvoudig. Zaaien in potten, afdekken met aarde en vochtig houden. Warm houden bij 18 tot 20 °C. Vanaf het moment dat de zaden ontkiemen, duurt het ongeveer twee weken totdat elke plant in een eigen pot kan worden geplaatst. Omdat Kaapse manden warmte nodig hebben, mogen ze pas eind mei het tuinbed in.
Locatie en bodem
De 'Osteospermum' komt uit Afrika/Arabië. Dit verklaart hun behoefte aan warmte en zon. De geselecteerde locatie moet daarom zonnig zijn en beschermd tegen koude wind. De Kaapse mand reageert op frequente schaduw of koude wind door het vermogen om te bloeien te verminderen. De ideale tuingrond is een voedselrijk en goed doorlatend mengsel van grond, klei en zand. Door de extreem weelderige bloei en verscheidenheid aan kleuren is de Kaapse margriet ook een aanrader als balkon- of terrasplant. Hij gedijt bijzonder goed aan de zonnige kant, wat door veel balkon- en terrasbloemen niet gemakkelijk wordt verdragen. Met zijn groenblijvende bladeren, madeliefachtige bloemen en de vele kleuren om uit te kiezen is het een trekpleister op ieder terras en balkon.
Verzorging
De Kaapse mand heeft gelijkmatig vochtige grond nodig. De plant kan geen wateroverlast verdragen. Geef dus alleen water als de bovenste laag grond echt droog is. Bij het planten in een container moet eventueel stilstaand water in de schotel of plantenbak onmiddellijk worden uitgegoten. Kaapse manden kunnen gedurende een korte periode enige droogte verdragen. Als de plant drassig wordt, sterft de plant. De bloei van de cape-manden bereikt zijn hoogtepunt in de zomer. Als de dode bloeiwijzen regelmatig worden verwijderd, wordt de vorming van nieuwe bloemen gestimuleerd. Zodra de hoofdbloeiperiode voorbij is, wordt de plant teruggesnoeid zodat er nog veel meer weelderige bloemen kunnen ontstaan. Deze tweede bloeifase duurt tot de herfst. Ter voorbereiding op de winter wordt de groenblijvende plant tot ongeveer een derde teruggebracht voordat hij naar zijn winterverblijf gaat. Dit betekent dat hij tijdens de rustfase slechts enkele bladeren hoeft te verzorgen. Hierdoor komt de plant na de winterstop optimaal op gang.
Bemesten
De Kaapse madeliefje / Kaapse mand bloeit weelderig en aanhoudend. Daarom heeft ze tijdens de groei- en bloeifase met tussenpozen van één tot twee weken een boost van kunstmest nodig. Als de plant ondanks regelmatige bemesting lui wordt om te bloeien, komt dat doordat hij te veel stikstof heeft gekregen. U moet nu uiterlijk op een stikstofarme meststof overstappen. Vanaf midden/eind augustus begint langzaam de rustfase voor de Kaapse madeliefje. Vanaf nu krijgt de 'Osteospermum' geen bemesting meer.
Voortplanting
Kaapse mand/Kaapse madeliefje-hybriden worden vermeerderd door stekken. Om dit te doen, worden in het voorjaar ongeveer een handbreedte sterke scheuten afgesneden. Van de scheut worden de onderste bladeren verwijderd en de helft van de scheut in potgrond geplaatst. Nu hebben de kleine stekken een warme locatie nodig om te wortelen. Zowel zachthoutstekken die in de lente zijn genomen als zomerstekken die in de zomer zijn genomen en al half verhout zijn, vormen snel wortels. Na het bewortelen vinden ze hun definitieve plekje op een warme en vochtige plek in een perk of pot. Er zijn vandaag al zaden van de echte Kaapse manden/Kaapse madeliefjes in de winkels verkrijgbaar. Bij de aankoop van deze zaden is voorzichtigheid geboden. In plaats van 'Osteospermum' kun je gemakkelijk 'Dimorphotheca sinuata', de Kaapse goudsbloem, krijgen. In tegenstelling tot de Kaapse mand is dit slechts een eenjarig exemplaar.
Overwintering
Het geslacht 'Osteospermum' moet, net als geraniums of mediterrane planten, overwinteren in de zogenaamde koude stal. Opgemerkt moet worden dat Kaapse manden groenblijvend zijn. Hoewel ze in de herfst en winter een pauze nemen, blijven ze groeien. Daarom hebben ze licht nodig en temperaturen tussen de 5 en 15 °C Celsius. Tijdens de rustperiode hebben Kaapse manden/Kaapse madeliefjes weinig water nodig. Net genoeg zodat ze niet uitdrogen. Geen bemesting tijdens de rustfase. Bij vorstvrij weer is het kort verluchten van de winterverblijven goed voor de planten. Begin februari begint het seizoen voor Kaapse manden/Kaapse madeliefjes weer. Nu worden de planten teruggesnoeid tot een handbreedte. Daarna worden ze langzaam zo warm en zonnig mogelijk geplaatst. Hierdoor kunnen de planten zich voorbereiden op de bloei. Vanaf half mei, na de IJsheiligen, komen ze weer in het tuinbed.
Tip:
Kies een licht bewolkte dag om te planten. De 'Osteospermum' kan buiten dan beter wennen aan het licht en de zon.
Ziekten / ongedierte
De Kaapse mand is goed bestand tegen ziekten en plagen. Het vermijden van stilstaande lucht en te veel irrigatiewater voorkomt ziekten zoals grauwe schimmelrot en schimmelziekten. De meest voorkomende plagen zijn bladmineerders en bladluizen. Bladluizen verschijnen door sterk gekrulde bladeren en plakkerige plantendelen. Als preventieve maatregel helpt een afkooksel gemaakt van paardenstaart mensen zichzelf te helpen, omdat het de plant versterkt. Bij acute besmettingen helpt een zeepoplossing of brandnetelmest. De besmetting door mijnwerkers blijkt uit de karakteristieke voedingsgangen van de plaag op de bladeren. Natuurlijke vijanden zoals sluipwespen doden het ongedierte. Bij een acute besmetting is het raadzaam om alle aangetaste bladeren vroegtijdig te verzamelen. Er zijn neempreparaten in de handel verkrijgbaar om dit te bestrijden. Bij het planten in containers worden ook met lijm beklede gele panelen gebruikt om bladmineerders te bestrijden.
Veelgestelde vragen
De eens zo mooie Kaapse manden bloeien maar heel weinig, ondanks regelmatige bemesting. Wat missen ze?
De plant is waarschijnlijk overbemest. Bemest minder of schakel over op stikstofarme mest.
Is de Kaapse mand giftig?
Nee, de Kaapse mand 'Osteospermum' heeft geen giftig potentieel.
Tips voor snelle lezers
- Koop geen echte cape-manden als zaden, maar eerder als jonge planten
- 'Osteospermum' vereist voedselrijke en doorlatende tuingrond gemaakt van aarde, klei en zand
- Houd de grond te allen tijde vochtig
- Wateroverlast beschadigt planten
- Vermeerdering uit lente- of zomerstekken mogelijk
- Overwinteren in een koud huis, lichte locatie bij 5 tot 15 °C
- Regelmatig bemesten tijdens de groei- en bloeifase
- Ziekten zijn niet te verwachten met de juiste zorg
- Plaagplagen door bladluizen of mineervliegjes zijn zeldzaam
Wat je moet weten over Kaapse manden in het kort
Locatie
- Kaapse manden zijn warmteminnende planten en geven daarom de voorkeur aan volle zon, warme locaties.
- Leemachtige zandige tuingrond die goed gedraineerd is, is het meest geschikt voor deze planten.
- Als ze in dozen of potten worden gekweekt, moeten ze indien mogelijk aan de zuidkant worden geplaatst.
Planttijd en instructies
- Het planten mag vanaf 20 mei alleen buiten plaatsvinden, anders kunnen zeer jonge planten tijdens de laatste nachtvorst tot ijs bevriezen.
- Voor het planten moeten sommige plantgaten worden voorbereid met een plantenschep.
- Het aantal is afhankelijk van het aantal jonge planten op voorraad.
- Als je in het vroege voorjaar jonge planten uit zaad hebt gekweekt, moeten de plantgaten dienovereenkomstig kleiner zijn.
- Voor alle planten moet echter een plantafstand van ongeveer 30 cm worden aangehouden, omdat sommige erg bossig worden.
- De lange wortels van zeer malse jonge planten worden vervolgens met wijsvinger en duim iets ingekort.
- Dan kunnen ze in het voorbereide plantgat worden geplaatst. Nu wordt de resterende grond opgevuld en aangedrukt.
- Om het vast te zetten, wordt het planthout op een afstand van 1 tot 2 cm naast de plant in de grond gestoken en voorzichtig in de richting van de plant verplaatst.
- Dit betekent dat voldoende aarde de wortels bereikt en dat de plant sneller kan groeien.
- Grotere planten worden met hun potbollen in de voorbereide plantgaten geplaatst en stevig aangedrukt.
- Na het planten moeten Kaapse manden regelmatig worden bewaterd. Later zal dit alleen nodig zijn als er sprake is van langdurige droogte.
Verzorging
- Kaapse manden in potten moeten ongeveer twee weken na het planten wekelijks conventionele vloeibare meststof krijgen. Voor planten buiten is dit niet nodig.
- Verwelkte bloemen kunnen regelmatig worden schoongemaakt om opnieuw bloeien te bevorderen. Bovendien zien vochtige, verdorde cape-manden er soms een beetje lelijk uit.
- De hoofdbloei wordt verwacht op de heetste dagen van het jaar. De capemanden kunnen vervolgens met ongeveer een kwart tot een derde worden ingekort, zodat ze weer een rijke bloemenhoop kunnen vormen.
- Soms nestelen bladluizen graag op de bladeren, stengels en bloemen van de kaap. Preventief kan hier een spray met paardenstaartbouillon worden gebruikt. Dit versterkt de plant.
- Bij het spuiten moeten alle delen van de plant nat worden gemaakt. Kort na het planten kan dit tot drie keer per week worden herhaald.
- Als er nog steeds bladluizen verschijnen, kan een insecticide van een speciaalzaak helpen.
- Na de eerste nachtvorst kan de plant worden uitgetrokken en gecomposteerd.
- Natuurlijk kunnen bijzonder sterke exemplaren uit de grond worden gehaald en in potten worden geplaatst om te overwinteren.
Populaire varianten van capemand
- ‘Gaiety’,
- ‘Giant Gemengd’,
- ‘Glinsterend wit’,
- ‘Inktvlek’,
- 'Zalmkoningin',
- ‘Potpourri’ en
- ‘Starshine’
Ze zijn verkrijgbaar in krachtige witte, felgele of typische roze en paarse tinten. Hieronder vallen ook veelkleurige en laagblijvende variëteiten.