Het vinden van de juiste locatie voor een rododendron is moeilijk. De planten zijn extreem veeleisend als het om standplaats gaat. Daarom moet u de locatie en de bodem zorgvuldig controleren voordat u koopt.
Locatie
Het kiezen van de juiste locatie is uiterst belangrijk voor rododendrons, omdat de planten niet elke locatie accepteren. Als de locatie verkeerd wordt gekozen, zullen ze ervoor zorgen en zal de bloemenzee niet verschijnen. Daarom moet u aan de volgende vereisten voor rododendrons voldoen:
Lichtomstandigheden
Rhododendrons zijn geen typische zonaanbidders. Hoewel ze schaduwrijke plekken verdragen, gaat dit ten koste van de bloei. Ze mogen in geen geval worden blootgesteld aan de brandende middagzon. Daarom moet u een gedeeltelijk schaduwrijke locatie voor de plant kiezen. De schaduw kan kunstmatig of natuurlijk zijn. Voorbeelden van kunstmatige schaduwbronnen voor rododendrons zijn
- een huismuur
- een tuinmuur
- een houten tuinhuis
Natuurlijke schaduwgevers zijn bladverliezende of naaldbomen met de volgende eigenschappen:
- licht (doorschijnend, lichte schaduw)
- diepgeworteld
De grove den (Pinus sylvestris) heeft bijvoorbeeld deze eigenschappen. De boom heeft lange, dunne naalden en werpt daardoor een lichte schaduw. De wortels zijn dun vertakt en hebben diepe wortels. Hierdoor komen ze niet in concurrentie met de ondiepe wortels van de rododendron.
Tip:
Aangezien rododendrons planten met een lange levensduur zijn, moet je bij het kiezen van de schaduwleverancier rekening houden met hun groei. Omdat de schaduwgever door de jaren heen te veel licht van de rododendrons kan wegnemen.
Weeromstandigheden
Naast de ideale lichtomstandigheden moet de locatie ook aan andere plantvereisten voldoen. Omdat rododendrons niet van wind houden, moet de standplaats beschermd worden tegen de wind. Dit geldt vooral voor droge oostenwinden in de winter.
Vloer
Het kiezen van de juiste plek in de tuin is slechts het halve werk met rododendrons. Daarnaast stellen de sierheesters bijzondere eisen aan de bodem. Als hieraan niet wordt voldaan, groeien de planten slecht en ontstaat er geen bloemenzee. Om bij rododendrons qua bodem geschikt te zijn, moet je de volgende eigenschappen controleren:
- Bodemtype
- Permeabiliteit
- Bodemvocht
- Nutriënten
- Bodemtype
Als het om de bodemsoort gaat, moeten rododendrons “heel los” zijn, zodat de wortels van de ondiepe wortelplanten zich goed kunnen verspreiden. In de tuin worden de volgende grondsoorten los genoemd:
- sandy
- rotsachtig
- grind
Rhododendrons verdragen geen zware (klei)gronden. Wil je toch niet zonder de planten, dan moet de grond verbeterd worden met zand. Als alternatief kunt u de uitgraving vervangen door rododendrongrond. Zandgronden kunnen worden gebruikt met
- Bladcompost
- Schorshumus
- rotte koeienmest
worden verbeterd.
Tip:
De pH-waarde van de grond ligt idealiter tussen licht zuur en zuur. Dit komt overeen met een waarde van 4 tot 5,5. De planten kunnen dus niet omgaan met kalkrijke gronden met een hogere pH-waarde.
Permeabiliteit
Aangezien wateroverlast het grootste probleem is voor de rododendron wat betreft verzorging en weer, moet de grond doorlatend zijn, zodat overtollig water naar diepere grondlagen kan wegvloeien. In losse gronden komt doorlaatbaarheid meestal van nature voor. Voor de zekerheid kunt u ook een drainagelaag in het plantgat creëren. Als je hiervoor grind gebruikt, zorg er dan voor dat dit kalkvrij is.
Bodemvocht
Het optimale bodemvocht voor rododendrons is
- vers
- matig vochtig
“Vers” betekent dat er geen water uitloopt als de grond wordt samengedrukt, maar dat de grond nog steeds vochtig aanvoelt. De grond is te vochtig als er nog steeds water vrijkomt wanneer de grond wordt samengedrukt.
Nutriënten
Om ervoor te zorgen dat de rododendron zich vanaf het begin goed kan ontwikkelen, moet je hem een voedingsrijk starthulpmiddel geven. Geschikt hiervoor:
- humus van naald- of bladcompost
- turf
- Heidegrond
- Deze worden als vulmateriaal aan de tuingrond toegevoegd.
Plantburen
Aangezien rododendrons ondiepe wortels hebben, mogen planten waarvan de wortels zich ook net onder het aardoppervlak verspreiden, niet als buren worden gekozen. Voorbeelden vanslechte buren zijn:
- Beuken
- Berk
- Esdoorn
- Sparren
Goede buren zijn bijvoorbeeld:
- Heidekruiden
- Lavendel
- Skimmie
Tip:
Om in de buurt te kunnen werken, moet de plantafstand minimaal 100 centimeter zijn.
Uitzonderingen
Als u zich realiseert dat uw tuin qua bodem en ligging niet geschikt is voor een rododendron, dan kunnen speciale soorten u wellicht helpen. Omdat deze beter compatibel zijn met verschillende criteria:
- INKARHO rododendrons kunnen ook tegen een hogere pH-waarde.
- Yakusimanum-hybriden verdragen een zonnige locatie.