Talloze bloemen kunnen slechts in beperkte mate of niet direct in de tuin worden gezaaid. Dergelijke planten kunnen tegen hoge kosten worden gekweekt of bij een tuincentrum worden gekocht. Onze plantkalender biedt u alle informatie die u nodig heeft.
In de gids “Tuinkalender” vindt u ook andere plantkalenders, ook wel plantenkalenders genoemd, en zaadkalenders voor bloemen, groenten en kruiden.
Vaste planten worden geplant in maart
Rhododendron
- Plantplaats: gedeeltelijk in de schaduw tot schaduwrijk
- Bodem: zure, humusrijke en voedselrijke grond
- Bloeiperiode: mei – juni
- Groeihoogte: 400 cm
- Plantafstand: 100 cm
- hardy
Azalea
- Plantplaats: gedeeltelijk in de schaduw tot schaduwrijk
- Bodem: zure, humusrijke en voedselrijke grond
- Bloeiperiode: mei – juni
- Groeihoogte: 150 cm
- hardy
Magnolia
- Plantplaats: zonnig
- Bloeitijd. Juli – oktober
- Groeihoogte: 700 – 800 cm
- Plantafstand: minimaal 250 cm
- hardy
Camelia
- Plantplaats: zonnig – gedeeltelijk schaduw
- Bloeitijd: maart – april
- Groeihoogte: 150 – 200 cm
- Plantafstand: 80 cm
- hardy
hortensia
- Plantplaats: zonnig – halfschaduw – schaduwrijk
- Bloeitijd: juli – oktober
- Groeihoogte: 100 cm
- Plantafstand: ca. 80 cm
- hardy
Forsythia
- Plantplaats: zonnig – gedeeltelijk schaduw
- Bloeitijd: maart – april
- Groeihoogte: 250 cm
- hardy
Lila
- Plantplaats: zonnig – gedeeltelijk schaduw
- Bloeitijd: mei
- Groeihoogte: 300 cm
- Snijbloem
- hardy
Het planten en verzorgen van voorjaarsbloeiende heesters en vaste planten
De lente in de plantkalender wordt geleid door lentebloemen, kleurrijke vaste planten en struiken zoals hortensia's, forsythia, rododendrons, camelia's, magnolia's en azalea's.
Afhankelijk van de weersomstandigheden is de beste tijd om rododendrons, azalea's, forsythia, seringen en vele andere voorjaarsbloeiende heesters te planten eind maart en de hele maand april, afhankelijk van de weersomstandigheden. Forsythia en seringen zijn weinig veeleisende haagplanten die gedijen in goede tuingrond, zowel in de zon als in de schaduw. Rododendrons kunnen het beste in heidevelden worden geplant, maar ook in humusrijke, vochtige tuingrond gedijen. Als standplaats dient een halfschaduwrijke plek in de tuin gekozen te worden. Strooi rododendrons en azalea’s niet afzonderlijk in de tuin, dit maakt de zure grond minder duurzaam. In plaats daarvan is het raadzaam om meerdere rododendrons en azalea's, die beide tot de heidefamilie (Ericaceae) behoren, in groepen over een groter oppervlak te planten.
Rhododendrons en azalea's in de plantkalender
Rhododendrons uit het vroege voorjaar verrassen elke tuinliefhebber met hun bloei in april. Ze worden in maart/april geplant, zijn karmijnroze van kleur en staan bekend onder de Latijnse naam Praecox. Met een hoogte van 1 tot 1,5 meter kunnen ze ook prachtig geïntegreerd worden in kleinere tuinen.
De Rhododendron Fortunei bloeit ook in april, maar wordt dan wel 3 - 4 meter hoog. Als groenblijvende struik is hij alleen winterhard op beschutte locaties. Met zijn lichtroze, onweerstaanbaar geurende bloemen vormt hij een prachtig contrast met andere voorjaarsbloemen.
Andere soorten in de plantkalender van mei/juni van bloeiende rododendrons en azalea's:
- Gentse Azalea's (bladverliezend)
- Japan – Rhododendrons (semi-groenblijvend)
- Pontica – Hybriden (bladverliezend)
- Catwbiense – hybriden (verkrijgbaar in rood, wit, roze, paars en groenblijvend)
Rhododendrons met een hoogte tot 4 meter hebben ruimte nodig en worden op een meter afstand geplant.
De voorjaarsbloeiende vaste planten en heesters worden na de bloei in mei teruggesnoeid, zodat de nieuwe scheuten zich gedurende de zomer goed kunnen ontwikkelen.
Gewasbescherming in de plantkalender
In de plantkalender van mei beginnen de jonge zwarte snuitkevers zich te voeden met rododendrons, hortensia's, seringen, laurier en soortgelijke vaste planten, waardoor zogenaamde lauriervoedsel op de bladeren ontstaat. Als je chemische wapens wilt vermijden, kun je de kevers het beste in de vroege ochtenduren verzamelen.
De rododendronkrekels worden ook belangrijker naarmate ze eind april / begin mei met hun activiteit beginnen. Witachtige tot geelgroene larven komen eind april uit in de eieren die in rododendronknoppen worden gelegd en ontwikkelen zich eind mei tot volwassen krekels. De larven en ook de volwassen krekels beschadigen rododendrons door de jonge scheuten en knoppen te koloniseren door de schimmelziekte “bud tan” over te brengen. De schimmelziekte verspreidt zich naar de hele knop, waardoor ze op rododendrons en azalea's niet meer kunnen ontkiemen, maar bruin worden en afsterven. De krekels worden ongeveer 9 mm groot, zijn op volwassen leeftijd blauwgroen met een oranjerood gestreepte rug en bevinden zich aan de onderkant van de bladeren langs de bladnerven. De vrouwelijke cicade produceert slechts één generatie per jaar. Tussen augustus en oktober snijdt het vrouwtje de bloemknoppen in en legt daarin haar eieren. Om dit tegen te gaan raden wij aan de bruine knoppen af te snijden en direct bij het huishoudelijk afval te gooien. Ook kunnen zogenaamde gele borden aan de struiken worden bevestigd. Deze zijn insecticidevrij en zorgen ervoor dat de krekels blijven plakken en daardoor geen eieren kunnen leggen.