Aardbeien zijn populair bij zowel volwassenen als kinderen. Ze kunnen in vrijwel elke tuin worden geplant als je een paar tips en adviezen opvolgt. Sommige mensen zijn echter een beetje in de war als de vraag rijst of het smakelijke rode fruit eigenlijk een noot is?
Fruit of noot?
Vanuit botanisch oogpunt zijn aardbeien een van de zogenaamde collectieve noten. De geelgroene ‘stippen’ die je op een aardbei aantreft zijn eigenlijk kleine nootjes, oftewel zaadjes. Deze zaden zijn omgeven door houtachtige fruitmuren. Het eigenlijke rode vruchtvlees, dat zo aromatisch smaakt, is eigenlijk de hooggewelfde bloembasis. Dit wordt over het algemeen aangezien voor een vrucht. Hierdoor noemen veel experts de heerlijke aardbei een valse vrucht.
De zaden zaaien
Om succesvol aardbeien te kweken heb je het volgende nodig:
- Aardbeienzaden
- Zaaitrays
- Zaaigrond
- Misschien enkele labels
- Binnenkas
- Pickerstab
- Potten gemaakt van organisch materiaal
Doe eerst voldoende zaaigrond in de daarvoor bestemde zaaitrays. Vervolgens worden de aardbeizaadjes voorzichtig over de grond verspreid, zachtjes aangedrukt en heel voorzichtig afgedekt met een beetje aarde. Ook hierop moet licht worden gedrukt, zodat de zaden in de grond blijven. Afhankelijk van uw wensen kunnen de zaaitrays nu worden geëtiketteerd en zorgvuldig worden bewaterd. Het beste kunt u de zaaitrays op de vensterbank in een binnenkas plaatsen. Idealiter is de temperatuur daar 16 tot 18 graden Celsius. Om schimmelvorming te voorkomen moeten op zonnige dagen de ventilatiesleuven een tijdje geopend zijn. Daarna moet je geduld hebben, want aardbeien ontkiemen van nature heel langzaam. Na ongeveer zes tot acht weken zijn de zaailingen meestal zo’n twee centimeter hoog. Op dit punt kunnen ze heel voorzichtig worden losgelaten met behulp van een prikstok. Het beste kunt u de planten vervolgens afzonderlijk in een pot van organisch materiaal plaatsen. Dit betekent dat er later bij het uitplanten niet meer hoeft te worden verpot, omdat de potten zichzelf ontbinden.
De juiste locatie
Voordat je je volwassen zaailingen in de tuin plant, moet je een ideale locatie voor ze vinden. Dit zou idealiter de volgende kenmerken moeten hebben:
- Neutrale tot lichtzure tuingrond
- Voedzame, doorlatende tuingrond
- Volle zon, geen schaduw
De planten achterlaten
Hij wordt in de tuin geplant zodra de jonge aardbeiplanten meerdere, grotere bladeren hebben, een sterke groei hebben en het weer het toelaat. Idealiter zou er een warm, zonnig klimaat moeten zijn. In de regel vindt het planten plaats van mei tot augustus. Dit varieert echter afhankelijk van de variëteit. Zorg er bij het planten in de tuingrond voor dat de grond in de biologische potten gelijkmatig vochtig is. Vervolgens plaats je de “pupillen” in een eerder gegraven gat, druk ze voorzichtig aan en giet er aarde bovenop. Vervolgens wordt de grond rondom de plant stevig aangedrukt en goed bewaterd. In de rij moet een plantafstand van 20 tot 30 centimeter worden aangehouden. Afhankelijk van de variëteit kun je vanaf ongeveer juni de heerlijke vruchten oogsten.
Optimale verzorging
De aardbeiplanten moeten over het algemeen onkruidvrij worden gehouden. Als er in de zomer langere droge perioden zijn of als de grond uitdroogt, is water geven noodzakelijk. Idealiter moet de grond over het algemeen vochtig worden gehouden. Zorg er bij het water geven voor dat noch de vruchten, de bladeren noch het “hart” van de planten in contact komen met water. Het wordt ook aanbevolen om de ranken vroegtijdig te verwijderen.
Bemesten
Voor aardbeien wordt een organische meststof aanbevolen. Over het algemeen moeten kalium en fosfor met nadruk worden bemest. De eerste bemesting begint wanneer de knopvorming begint, ongeveer drie weken na het planten. Een tweede bevruchting vindt plaats in augustus of september. Dit moet na de oogst worden gedaan, maar voordat de knoppen voor het volgende jaar worden gevormd. Hier wordt zorgvuldig ongeveer 50 tot 70 gram per vierkante meter organische bessenmest verwerkt.
Vermeerder je eigen planten
Aardbeien kun je eenvoudig zelf vermeerderen. Het enige wat je hoeft te doen is de scheuten cultiveren. Deze worden na de oogst in eerste instantie niet verwijderd. Als ze ongeveer 40 centimeter lang zijn, kunnen ze afzonderlijk gebruikt worden en daardoor groeien.
Gemakkelijk overwinteren
Ter voorbereiding op de winter worden eerst alle bladeren verwijderd, zodat er geen ziekteverwekkers of schimmels ontstaan. Het hart van de plant mag niet beschadigd raken. Nadat de grond is losgemaakt en bemest, kunt u een deken van sparrenbladeren of beschermend vlies over de planten leggen.
Mogelijke ziekten
Aardbeienplanten kunnen aan een aantal ziekten lijden, waaronder:
- Rhizoomrot
- Brandpuntziekte
- Roodwortelrot
- Grijze schimmelrot
- Meeldauw
- Paarse vlekziekte
- Schimmelvorming
Sommige ziekten, zoals schimmelvorming, kunnen worden voorkomen door de planten niet te vaak water te geven. Het is altijd handig om de aardbeien goed in de gaten te houden en in geval van nood contact op te nemen met een speciaalzaak. Sommige producten worden daar aangeboden om een grote verscheidenheid aan ziekten te genezen.
Plagen: gevaar voor aardbeiplanten
Naast verschillende ziekten worden aardbeiplanten vaak aangetast door dierenplagen. Deze omvatten onder andere:
- Slakken
- Cutterwormen
- Draadwormen
- Bladluizen
- Aardbeienbloemkever (kever)
- Aardbeienkever
Als het niet mogelijk is om het ongedierte te verwijderen, wordt ook een bezoek aan een speciaalzaak aanbevolen. Daar vindt u een grote verscheidenheid aan pesticiden tegen ongewenst ongedierte.
Met een beetje geduld voor je eigen oogst
Met de juiste zorg en een beetje geduld is het heel goed mogelijk om sterke en gezonde aardbeiplanten te kweken die een verscheidenheid aan bloemen produceren. Wel moet u de planten goed in de gaten houden, zodat u bij ziekte of plaag snel kunt handelen.
Een kenniskloof en de achtergrond ervan
De Latijnse naam voor de aardbei is Fragaria vesca, wat eetbare geur betekent.
Bessen zijn vruchten waarvan de zaden zijn ingebed in het sappige vruchtvlees. Zoals bijvoorbeeld met druiven. Bij aardbeien zijn de vruchten te herkennen aan kleine geelbruine zaadjes op de buitenhuid van de vrucht. Het zijn noten, die elk voortkomen uit een eigen eierstok of zaadknop. Zo bezien is de aardbei een verzameling van vele individuele noten. Deze collecties worden collectieve vruchten genoemd. Frambozen en bramen horen er ook bij. Als je op de noten bijt, barst het een beetje.
Wat de rode aardbei voor ons is, die we met toewijding consumeren, is niets anders dan de vlezige, volgroeide bloemas van de aardbeiplant. Het is het witte merg van de basis van de bloem, dat tijdens het rijpen vanaf de rand wordt gekleurd met plantaardige rode kleurstoffen. De kleine groene krans van vijf bladeren op de aardbeivrucht is niets anders dan de kelkblaadjes van de originele aardbeibloem.
Geen aardbeien en geen pinda's
Het feit dat de aardbei een noot is, verklaart ook waarom mensen met een notenallergie vaak een allergische reactie op aardbeien hebben. Over noten gesproken: de taalverwarring gaat nog verder! Net zoals aardbeien geen bessen zijn, zijn pinda's vanuit botanisch perspectief geen noten, maar peulvruchten en daarom verwant aan erwten en bonen.