Bonsai verpotten - instructies in 7 stappen

Inhoudsopgave:

Bonsai verpotten - instructies in 7 stappen
Bonsai verpotten - instructies in 7 stappen
Anonim

Voor “normale planten” is verpotten belangrijk, zodat de plant in het wortelgebied de juiste verzorging krijgt. Als het om bonsai gaat, is verpotten een cruciaal onderdeel van de algemene maatregelen die nodig zijn om dwerggroei te ontwikkelen, omdat verpotten ook het snoeien van wortels omvat:

Waarom verpotten bijzonder belangrijk is bij bonsai

Elke plant in de pot moet af en toe worden verpot omdat de wortels de potwanden raken en een ongezonde, kronkelende groei beginnen te ontwikkelen en omdat de grond in de pot niet langer goede groeiomstandigheden biedt. Normale planten kunnen echter behoorlijk lang in hun potten overleven.

Een bonsai is geen normale plant, maar een plant die kunstmatig wordt gestimuleerd om te groeien op een manier die niets te maken heeft met de groei in de natuur. De meeste bonsai's zouden metershoge bomen met dikke stammen worden als ze dat zouden mogen en nee, de bonsai's zijn geen bijzondere bonsai-plantensoorten, maar eerder de normale planten die je misschien al in de tuinen in de maxi-versie hebt gezien. Als u een bamboebonsai kweekt, kiest u natuurlijk niet noodzakelijkerwijs voor een Dendrocalamus giganteus, die 40 m hoog wordt en elke dag vier tot vijf keer zoveel groeit als de totale grootte van een bonsai, maar eerder voor een van de kleinere soorten.

Maar toch: bonsai's worden van nature veel groter dan ze in de bonsaicultuur zouden moeten zijn. Een plant die eigenlijk een meter hoog is, wordt verondersteld te worden ‘overgehaald’ tot een artistieke miniatuurgroei, en dit is alleen mogelijk met de vele trucjes die de Penjing-tuinders (zo worden de bonsai-tuinders genoemd) door de eeuwen heen hebben ontwikkeld.

Wat is belangrijk bij het verpotten van een bonsai?

Een dergelijk klein postuur kan b.v. B. kan alleen worden bereikt als er merkbaar wordt ingegrepen in de wortelruimte, door penwortels te verwijderen en de wortel zelf vorm te geven. Hoe de groei plaatsvindt in de bewust beperkte wortelruimte in de schaal speelt een even belangrijke rol bij de vorming van de gewenste miniatuur, klein van stuk, zoals het voortdurend snoeien van scheuten en bladeren.

Als onderdeel van dit deel van de groeibeperking is verpotten een heel belangrijk proces. Inactieve oudere worteldelen moeten regelmatig worden verwijderd, zodat de weinige kleine wortels in de kom hun volledige groeipotentieel kunnen ontwikkelen. Na het wortelsnijden vormen zich rondom de stam nieuwe fijne zuigwortels, die de bonsai helpen om ook met de beperkte beschikbare wortelruimte om te gaan. Als de wortels goed kunnen groeien, zullen er aan de bovenkant meer scheuten en knoppen ontstaan en zal het blad dichter worden.

Regelmatig verpotten voorkomt ook dat de kluit zo compact wordt dat de bonsai simpelweg verhongert omdat hij geen voedingsstoffen meer uit het substraat kan halen. En bij het verpotten wordt hij voorzien van vers substraat, met een compleet pakket nieuwe voedingsstoffen.

Bij het verpotten krijgt de bonsai ook een nieuwe schaal, je moet dus de juiste maat kiezen. De grootte van de pot heeft een grote invloed op de ontwikkeling van de bonsai. Als de nieuwe pot te groot wordt gekozen, kan de bonsai veel wortels gaan vormen en door de snede niet meer in de schutting gehouden kunnen worden. In de regel blijkt het een goed idee te zijn om een kom te kiezen die iets kleiner is dan esthetisch noodzakelijk is. Als de pot echter te klein is, heeft de bonsai veel water nodig, zal hij al snel tekorten vertonen (stikstof en ijzer) en zal hij min of meer stoppen met groeien.

Ficusginseng als bonsai
Ficusginseng als bonsai

De nieuwe schaal moet natuurlijk ook esthetisch passen bij het betreffende ontwerp van de bonsai, aangezien deze het raamwerk vormt van zijn uiterlijk. Bonsaipotten worden aangeboden in veel verschillende kleuren, texturen en vormen, dus individueel ontwerp binnen een specifieke traditie is geen probleem.

Het bonsaisubstraat

Om te verpotten heb je nieuw substraat nodig, een kant-en-klaar bonsaisubstraatmengsel dat je zelf hebt gekocht of gemengd. Het moet snel genoeg drogen om de wortels te beschermen tegen ongezond vocht, maar voldoende water vasthouden om de boom te voeden.

Ingrediënten voor het mengen van een bonsaisubstraat

  • Akadama: kleigrond uit Japan die op betrouwbare wijze niet klontert of verdicht en daarom vaak wordt gebruikt voor bonsais
  • Chabasai: Natuurlijk zeoliet gemaakt van vulkanische as, waterdoorlatend maar goede opslageigenschappen, gaat lang mee, verlaagt de PH-waarde
  • Tuingrond: Een geheime tip voor bonsais moet goed losgemaakte en redelijk zaadvrije molshoopgrond zijn
  • Humus: Het geh alte in normale landbodem is voldoende
  • Kanogrond: Japans substraat met lage pH-waarde voor kalktolerante bonsai (azalea's, rododendrons)
  • Kiryu-grond: maatvaste Japanse vitaminegrond met een hoog ijzergeh alte, goed voor esdoorn, den, jeneverbes (mix in 1/3 tot 1/2)
  • Perliet: Vulkanisch poriegesteente, voor het losmaken van verdichte substraten en als drainagelaag
  • Zand: Als mineraal kwartszand met een korrelgrootte tussen 2 en 4 mm
  • Andere losmakende materialen met enkele voedingsstoffen: puimsteengrind, kokosvezels, lava, gebakken klei, stukjes schors, normaal zeoliet

Met al deze stoffen kun je mengsels maken die alle eigenschappen van een goed bonsaisubstraat combineren: deeltjes rond de 4 mm, geen stof en geen grof organisch materiaal, water opnemen, opslaan en afgeven, maatvast, licht en van onopvallende verschijning.

De volgende mengsels zijn geschikt voor de meeste bonsais (sommige bonsais hebben heel speciale substraatmengsels nodig, maar dat weet je zeker als je zo'n bonsai kweekt):

  • 50% akadama, 25% puimsteengrind en 25% humus
  • Vervanging van humus: kwaliteitspotgrond
  • Universeel mengsel 2: 1 deel aarde, 1 deel kokosvezel of een andere geschikte turfvervanger, 1 deel zand
  • Bonsais die zelden water krijgen, krijgen een mengsel dat meer water vasthoudt en wat meer humus
  • Bonsai's gekweekt in vochtige klimaten worden bewaard in een sneldrogende mix met meer akadama en grind
  • Bladverliezende boombonsais hebben meer humus of aarde nodig
  • Naaldboombonsais kunnen in gelijke delen Kiryuerde en Akadamaerde worden gekweekt
  • Jonge bonsai groeit sneller in lichte grond met meer losse componenten
  • Grotere solitaire bonsais (bijvoorbeeld esdoorn), die niet meer mogen groeien, kunnen worden bewaard in 50 - 70% Kiryu-grond en Akadama-grond
  • Mengsel voor bonsai binnenshuis: 3 delen acadama-aarde, 5 delen kokosvezel, 2 delen zand
Ficusginseng als bonsai
Ficusginseng als bonsai

Tegenwoordig worden bonsai's steeds vaker bewaard in zogenaamde “moderne substraten”, in pure lava, zeoliet of puimsteen zonder enig organisch materiaal, om bruinverkleuring van de wortels en overmatig water geven te voorkomen. Heeft uw bonsai voorheen in een dergelijk substraat gestaan, dan blijft hij dat na het verpotten uiteraard ook doen.

Een bonsai verpotten – instructies in 7 stappen

1. Eerst wordt de nieuwe kom klaargemaakt:

  • Bonsaipotten die al gebruikt zijn, worden bevrijd van kalkaanslag en vuil
  • Bedek de drainagegaten in de grond met een bonsai afdekrooster en zet dit vast met een draadlus
  • Leg bonsaidraden vanaf de buitenkant door de drainagegaten, waarmee de bonsai later in de pot wordt vastgezet
  • Nu kan de bodem van de kom worden bedekt met een drainagelaag van grind, perliet of grove Akadama-grond
  • De drainagelaag moet minimaal 1 cm en maximaal 3 cm dik zijn, afhankelijk van de grootte van de schaal
  • Op de drainagelaag bevindt zich een centraal opstaande laag van het voorbereide substraatmengsel, waarop de bonsai onmiddellijk wordt geplaatst

2. Als de pot klaar is, kan de bonsai worden gepot:

  • Haal de bonsai voorzichtig uit de oude pot
  • Als het te krap is, kan een verpothulpmiddel helpen, b.v. B. een sikkelmes (zie oppotgereedschap hieronder)
  • De oude aarde moet gedeeltelijk worden verwijderd, je kunt een houten eetstokje of een speciale wortelhaak gebruiken
  • Totdat je duidelijk de wortels kunt zien die nu moeten worden ontward
  • Maar verwijder indien mogelijk niet alle grond, anders kunnen de mycorrhiza-schimmels in uw cultuur eronder lijden

3. Nu is het tijd om de wortels af te snijden:

  • Alle lange wortels worden teruggesnoeid zodat de boom een zo fijn vertakt, compact mogelijk wortelsysteem ontwikkelt
  • Rotte en naar beneden groeiende wortels worden eerst verwijderd en definitief
  • Vooral het bovenste wortelstelsel moet worden aangemoedigd om zich goed en sterk te ontwikkelen
  • Vervolgens worden de zijwortels teruggesneden en de slecht geplaatste bovenste wortels
  • In totaal moet ongeveer een kwart van de wortelmassa worden verwijderd; het doel is een fijne maar sterke wortelstructuur (Nebari)
  • Eindelijk is de wortelhals z. B. belicht met stokjes, alle dikkere wortels moeten zichtbaar zijn op het oppervlak

4. De bonsai “verhuist naar zijn nieuwe kom”:

  • Nu kan de bonsai in de nieuwe pot worden geplaatst; deze wordt met licht draaiende bewegingen in het kleine substraatheuveltje gewerkt
  • Tot de wortelhals iets over de rand van de kom uitsteekt
  • Bonsai in ovale of rechthoekige potten worden vanuit het midden in het midden van de ene helft van de pot geplaatst

5. Bonsai in grond verankeren:

  • Het voorbereide substraatmengsel wordt droog afgevuld
  • Het substraat moet goed tussen de wortels worden bewerkt
  • Dit werkt weer het beste met het beroemde eetstokje
  • Spoor voorzichtig rond in het wortelgebied totdat het substraat in alle openingen verkruimeld is
  • Het moet net onder de rand van de kom reiken
Bonsai-bomen
Bonsai-bomen

6. Bijsnijden, uitlijnen, repareren:

  • Verkort nu het bovenste gedeelte in dezelfde mate als de wortel, zodat de balans tussen wortel- en bladmassa weer correct is
  • Controleer van alle kanten of de bonsai goed staat
  • Als hij goed is uitgelijnd, kan hij met de eerder aangebrachte draden kruislings over de kluit worden bevestigd
  • En indien nodig verder beveiligd met draad

7. Giet en vul:

  • Afhankelijk van het substraatmengsel nu grondig water geven
  • Of plaats de hele kom in een waterbad waar hij goed kan opzuigen
  • Het substraat kan weer bezinken, waardoor gaatjes kunnen ontstaan
  • Deze holtes moeten worden gevuld met substraat
  • De toplaag wordt als laatste aangebracht, b.v. B. een dun laagje gezeefde, kruimelige akadama

Het grondgereedschap voor bonsais

Tijdens het verpotten moet je allerlei soorten fijn werk doen, voor allemaal worden originele Japanse bonsaigereedschappen aangeboden:

  • Kleine bonsai grondscheppen in een set van 3
  • Bonsai grondzeven van roestvrij staal, 30 cm of 37 cm
  • Bonsaiwortelklauwen genaamd 'Bon-Kumade' of 'Ne-Kagi'
  • Bonsaiwortelmes (professioneel)
  • Bonsai sikkelzagen
  • Bonsai handbezem
  • Bonsai-netpanelen of afdeknetten

Houten eetstokjes zijn onmisbaar voor mooi werk en zijn absoluut de goedkoopste aanschaf van dit gereedschap, dat meestal euro's met dubbele cijfers kost. Maar als je een paar niet geheel authentieke Aziatische gereedschappen kunt verdragen, kom je met je normale tuingereedschap en b.v. Gebruik bijvoorbeeld in plaats van eetstokjes gewoon een paar shish kebab-spiesjes.

Bonsai verpotten – wanneer en hoe vaak?

Beide moeten worden bepaald, afhankelijk van het type en de leeftijd van de bonsai:

Tijd

Voor loofbomen kunt u het beste in het vroege voorjaar verpotten, wanneer de bonsai in de winter nog in rust is. Verpotten is aanzienlijk minder stressvol als de boom nog geen nieuwe scheuten heeft om te groeien. Bovendien kan de bonsai de ingrepen aan de wortels gemakkelijk compenseren als hij kort daarna gaat groeien. Afhankelijk van de soort ligt de periode voor verpotten tussen maart en eind april.

Naaldbomen moeten tussen september en oktober worden verpot, afhankelijk van de soort.

Bonsai's voor binnen kunnen ook het beste aan het begin van de lente worden geplant, maar tropische bonsai's kunnen indien nodig ook op andere tijdstippen van het jaar worden getransplanteerd, maar niet midden in het groeiseizoen.

Afstand

Jonge bonsais die nog in hun basisstructuur zitten, worden elk jaar verpot. Vaak heb je een grotere schaal nodig omdat het grondvolume moet worden aangepast aan de toenemende plantmassa. Als de kleine bonsai nogal zwak lijkt, moet je wachten tot het tweede jaar om hem te verpotten.

Bonsai boom
Bonsai boom

Voor volwassen bonsais hangt de frequentie van verpotten af van hun groeisnelheid. Snelgroeiende bonsai worden snel te krap in hun potten en moeten minimaal elke twee jaar worden verpot. Langzamer groeiende bonsais (en oudere, volwassener bonsais die vaak niet meer zoveel haast hebben) hoeven slechts om de 3 tot 4 jaar te worden verpot.

Echt oude bonsais kunnen behoorlijk lang in hun potten “leven”, terwijl tientallen jaren oude solitairen vijf tot zes jaar of langer kunnen leven. Ze worden meestal niet meer “verpot”, maar worden na wortelverzorging en bodemvernieuwing in de oude pot verpot.

Verpotten mag in ieder geval nooit routinematig worden gedaan, omdat er zoveel tijd is verstreken. De bonsai's worden ieder jaar in het vroege voorjaar gecontroleerd en voorzichtig uit de pot gehaald om de wortels te onderzoeken. Als je alleen aarde ziet, heb je nog een jaar.

Een bonsai moet dringend worden verpot als je het volgende opmerkt:

  • Het substraat is volledig bezaaid met wortels en deze beginnen in cirkels langs de rand van de kom te groeien
  • Je merkt wortelrot
  • De bonsai vertoont hierboven al tekenen van tekort en de wortels zijn erg dicht op elkaar gegroeid

De bonsai heeft na het verpotten wat nazorg nodig, ongeveer vier weken zonder directe zon, geen wind en geen kunstmest. Wanneer de bonsai uitloopt, kan deze teruggezet worden op een zonnige, vaste plek en bemest worden. Indien nodig kunt u nu beginnen met het leggen van de moslaag op het aardoppervlak.

Conclusie

Verpotten is een belangrijke zorgmaatregel voor bonsais, omdat alleen verpotten en wortelverzorging op het juiste moment een bonsai zal aanmoedigen om een expressieve miniatuurgroei te ontwikkelen.

Aanbevolen: