Lavendel kan in de lente en de herfst worden geplant. Bij planten in het najaar loopt de periode van eind augustus tot begin oktober. Dit betekent dat de planten nog voldoende tijd hebben om te wennen aan de nieuwe locatie en zich kunnen voorbereiden op het koude seizoen.
Gezelschapsplanten
Lavendel past heel goed bij een verscheidenheid aan planten. Bij het combineren is het belangrijk dat de planten qua standplaats, bodem en verzorging ongeveer dezelfde omstandigheden hebben. Alleen zo kun je ervoor zorgen dat alle planten zich goed ontwikkelen. De eisen van lavendelplanten zijn:
- zonnige en warme locatie
- droge en voedselarme grond
- weinig water
- weinig kunstmest
Omdat lavendel kalktolerant is, kan het ook worden gecombineerd met planten die de voorkeur geven aan kalkrijke gronden, als aan de bovenstaande criteria wordt voldaan.
Tip:
Te vochtige of drassige grond leidt bij lavendel snel tot wortelrot, waardoor de planten afsterven.
Combinaties
De klassieke kleur van lavendelbloemen zijn blauwtinten. Deze komen bijzonder goed tot hun recht in combinatie met tinten geel of wit, zoals:
- Gele Schurft
- Gele muurpeper
- Graslelie
Als deze kleurencombinatie te kleurrijk voor je is, kun je lavendel ook combineren met roze, rode en violette tinten, zoals:
- kartuizeranjer
- sierui
Naast het kleurontwerp kun je de lavendel ook thematisch combineren. Hier wordt bijvoorbeeld een mediterrane beplanting of een rotstuin aanbevolen.
Lavendel
Ook al klinkt het misschien vreemd, lavendel gaat heel goed samen met lavendel, want naast de klassieke, violetbloeiende variant zijn er nu ook planten die wit of roze bloeien. Omdat de behoeften van de verschillende soorten lavendel erg op elkaar lijken, kan de perk- of rotstuin geheel op lavendel worden afgestemd.
mediterrane beplanting
Lavendel is als mediterrane plant uiteraard goed te combineren met andere mediterrane planten. Voor een mediterrane aromatuin wordt lavendel gecombineerd met oregano, salie en tijm. Kerriekruid of cistus passen bijvoorbeeld ook goed bij lavendel voor mediterrane planten.
Currykruid (Helichrysum italicum)
Currykruid, ook wel Italiaanse strobloem genoemd, is een halfheester met een hoogte tussen de 20 en 60 centimeter. De groenblijvende plant heeft zilvergroene tot zilvergrijze, naaldachtige bladeren. De kleine, gele bloemen verschijnen van eind juni tot september. In het koude seizoen heeft het currykruid winterbescherming nodig.
Rockroses (Cistus)
Rockroses zijn bossige, dicht vertakte onderheesters met een hoogte tussen de 30 en 80 centimeter, afhankelijk van de variëteit. Hun bloemen zijn wit tot roze. Omdat ze de voorkeur geven aan zeer goed doorlatende grond, kunnen ze ook in rotstuinen worden geplant. Het is belangrijk om een goede winterbescherming te hebben, die de planten beschermt tegen vocht.
Rotstuin
Lavendel geeft de voorkeur aan droge en zonnige locaties. Daarom is het een ideale plant voor de rotstuin op onze breedtegraden. Daar wordt het bijvoorbeeld vergezeld door sintkruid, blauwe ratelbloem, vrouwenmantel, gele sedum, graslelie, sintkruid, kartuizeranjers, pioenanjers, alyssum, schurft of wollige schil.
Blauwe Rattleflower (Catanache caerula)
De blauwe ratelbloem bloeit van juni tot september. De bloemen zijn meestal blauw, maar er zijn ook wit- en rozebloeiende soorten. Hun hoogte ligt tussen de 40 en 60 centimeter. Omdat Catanache caerula de voorkeur geeft aan kalkrijke gronden, kan hij heel goed gecombineerd worden met de kalktolerante lavendel.
Damesmantel (Alchemilla)
Alchemilla zijn laagblijvende vaste planten die verschillende eisen stellen aan de bodem en locatie. Kleine Vrouwenmantel, Vilten Vrouwenmantel en Zilveren Vrouwenmantel voelen zich thuis in de rotstuin.
Gele Muurpeper (Sedum kamtschaticum)
De gele sedum vormt tapijten van 15 tot 20 centimeter hoog. De oranjegele bloemen verschijnen van juli tot september.
Graslelie (Anthericum)
De graslelie produceert tussen half/eind mei en september haar delicate, witte sterbloemen, die zachtjes zwaaien in de wind. De groeihoogte van de zonaanbidder ligt tussen de 30 en 70 centimeter.
Heilig Kruid (Santolina)
Heilig kruid, ook wel grijze heilige bloem genoemd, is een groenblijvende onderstruik met kleine, ronde, witte of gele bloemen van juni tot augustus.
Karthuizeranjer (Dianthus carthusianorum)
De chartreuse-anjer heeft felpaarse bloemen die verschijnen van juni tot september. De groeihoogte van de planten ligt tussen de 15 en 45 centimeter.
Ptecostal-anjers (Dianthus grationopolitanus)
Pioenen zijn kleine, compacte, groenblijvende kussens met een hoogte tussen de 5 en 20 centimeter, afhankelijk van de soort. De bloemkleuren variëren van roze tot karmozijnrood. De bloeiperiode is van mei tot juni.
Alyssum (Alyssum)
Steenkruiden kunnen, zoals de naam al doet vermoeden, heel goed overweg met de omstandigheden in de rotstuin. De groeihoogte van de kussens is 15 centimeter. Het alyssum bloeit in een grote verscheidenheid aan kleuren, zoals geel, wit of verschillende tinten roze tot paars. De bloeiperiode is van juni tot september.
Gele Schurft (Knautia drymeia)
De geelschurftschurft heeft een hoogte tussen de 40 en 80 centimeter. De felgele bloemen "strijken" neer op donkergroene stengels. De bloeiperiode is van juni tot oktober.
Tip:
De Macedonische schurftkruid (Kanutia macedonica) is met zijn roze, donkerrode of violette bloemen ook geschikt voor de rotstuin.
Wollziest (Stachys byzantina)
De onderhoudsvriendelijke Wollziest wordt maximaal 40 centimeter hoog. Het blad is zilverachtig en fluweelachtig behaard. De tamelijk onopvallende bloemen zijn paarsroze en verschijnen van juli tot augustus.
Sierui (Allium)
Het typische kenmerk van de vele Allium-soorten zijn hun bloembollen. Hun kleurenspectrum varieert van donkerpaars tot magenta tot wit. De belangrijkste bloeiperiode van de planten is tussen mei en juni, sommige soorten bloeien ook van april tot september. Gele alliums zijn bijzonder geschikt voor de rotstuin.
Tip:
Zorg er bij aankoop voor dat de Allium-variëteit winterhard is.