Het instellen en afstellen van de garagedeur is onmiddellijk na installatie noodzakelijk om soepel openen en sluiten mogelijk te maken. Anders kan de deur moeilijk te bewegen zijn, piepende geluiden produceren of niet goed aansluiten op de grond. Afhankelijk van het type poort kan deze maatregel relatief eenvoudig of ingewikkeld zijn. Sommige basisprincipes zijn echter van toepassing op alle garagedeuren.
Beveiliging
De grootte en het gewicht van de garagedeur en de spanning op de veren vormen een potentieel risico op letsel. Bovendien moeten de werkzaamheden vanaf een ladder worden uitgevoerd. Iedereen die een poort wil of moet aanpassen, moet daarom uiterst voorzichtig te werk gaan. Het is raadzaam om de maatregel met twee personen uit te voeren om het risico op letsel te minimaliseren.
Informatie van de fabrikant
Voor het gericht afstellen en uitlijnen van de garagedeur moeten altijd de instructies van de fabrikant in acht worden genomen. Stelschroeven en andere verstelmogelijkheden worden hier duidelijk weergegeven. Indien de handleiding ontbreekt omdat de deur geen nieuw model is maar samen met de garage is overgenomen, kunt u dit rechtstreeks aan de fabrikant vragen. Hier vindt u ook de relevante instructies voor oudere modellen.
Noodzaak
Zoals gezegd kan het aanpassen van de garagedeur om verschillende redenen nuttig of noodzakelijk zijn. De noodzaak ligt voor de hand als de poort niet volledig en recht op de grond aansluit. Andere mogelijke oorzaken zijn:
- Traagheid bij het openen
- Vastklemmen of vastlopen
- Piep bij bewegen
- zichtbare ruimtes of gaten
- voldoende verlichting
Direct na de montage is in vrijwel alle gevallen een fijnafstelling nodig, zodat de garagedeur overeenkomstig kan worden afgesteld.
Gebruiksvoorwerpen
Het volgende gereedschap is nodig om de garagedeur af te stellen:
- Schroevengereedschap
- Meetlint of liniaal
- ladder
- Helpers
- Geestniveau
Er moet ook worden opgemerkt dat de veranderingen indien mogelijk parallel en geleidelijk moeten worden uitgevoerd. De garagedeur moet tijdens het afstellen open zijn en niet worden bewogen. Anders bestaat er gevaar voor letsel en schade aan het hek.
Control
Voordat er aanpassingen worden gedaan, moet eerst de poort of de positie ervan worden gecontroleerd. Ga hiervoor als volgt te werk:
- De uitlijning van het deurblad wordt gecontroleerd met behulp van een waterpas. Als het deurblad scheef staat, moet de mate van afwijking worden genoteerd. Idealiter is dit slechts enkele millimeters, dus er zijn slechts enkele wijzigingen nodig. De inspectie wordt uitgevoerd met de poort half en volledig open.
- Het sluitgedrag is gecontroleerd. Hiervoor wordt de garagedeur eerst half en daarna helemaal geopend. Als de opening te breed is, is de spanning te hoog en moet deze worden verlaagd. Als de poort echter de neiging heeft weer te sluiten, is de spanning te laag en moet deze worden verhoogd.
- De laatste stap van de inspectie is het controleren van de ophanging en de spankabel of de veerspanning. Afwijkingen, beschadigingen of problemen zijn vaak zelfs voor ongetrainde ogen merkbaar. Een vergelijking met de informatie van de fabrikant levert informatie op.
Om onnodige inspanningen te voorkomen, moet de poort bij het openen en sluiten van alle kanten in de gaten worden gehouden. Piepen en stijfheid hoeven niet altijd veroorzaakt te worden door onjuiste of ontbrekende instellingen. Ook kan het zijn dat er bijvoorbeeld roest is ontstaan of dat er een vreemd voorwerp vastzit.
Voorbereiding
Ter voorbereiding is het alleen belangrijk om de ophanging te inspecteren en het juiste gereedschap klaar te leggen. Bovendien moet voor voldoende verlichting en een stabiele positie van de ladder worden gezorgd. Het is bijzonder belangrijk dat de bewegende onderdelen of stelschroeven nauwkeurig worden geïdentificeerd. Nogmaals, de door de fabrikant verstrekte informatie is cruciaal.
Veerspanning
Bij garagedeuren met veerspansystemen is het aanpassen van de spanning relatief eenvoudig. Aan beide zijden bevinden zich stelschroeven voor aanpassing. Om aan te passen gaat u als volgt te werk:
- Afhankelijk van het feit of de spanning moet worden verhoogd of verlaagd, worden de stelschroeven geleidelijk uit- of ingedraaid. Het losschroeven vermindert de spanning. Het aandraaien van de schroeven verhoogt de spanning.
- Na elke omwenteling wordt de instelling gecontroleerd door te werk te gaan zoals bij de voorcontrole.
- Als de spanning maar niet de positie is aangepast, moeten de stelschroeven aan beide kanten met hetzelfde aantal slagen worden gewijzigd. Als de positie wordt gewijzigd omdat het deurblad voorheen niet horizontaal was ingesteld, zijn er meerdere aanpassingsstappen nodig. Dit moet in kleine stappen worden gedaan en met slechts halve slagen van de schroef per keer.
Let op:
De stelschroeven moeten elk minimaal drie volledige slagen in de moer blijven zitten. Anders wordt de vereiste bewaarplicht niet langer verstrekt.
spantouw
Bij sommige typen poorten wordt de afstelling en spanning uitgevoerd met behulp van een spankabel. De afstelling is hier vergelijkbaar met die van de veersystemen. Eerst wordt het touw gecontroleerd. Als het verdraaid is en de rotatie niet kan worden opgelost, moet het eerst worden verwijderd en opnieuw worden geïnstalleerd. Als de spanning te laag is, wordt de spanning weer verhoogd met behulp van stelschroeven of de bijbehorende bewegende delen. Als de spanning echter te hoog is, moet deze worden losgemaakt. Dit moet ook stap voor stap gebeuren. Na elke wijziging wordt een nieuwe controle uitgevoerd. Ook moet worden opgemerkt dat de spankabel doorgaans in een bepaalde voorgespannen toestand moet worden gehouden. Als de spanning te veel wordt verlaagd, kan de werking van de poort worden aangetast.