De oleander wordt al zo'n 400 jaar in Midden-Europa veredeld en aangeboden als tuin- en sierplant, hoewel deze plant oorspronkelijk uit het Middellandse Zeegebied komt. Het is een van de populairste potplanten in Duitsland, naast de olijfboom, de sinaasappelboom, de henneppalm, de passiebloem, de hibiscus en de engelentrompet.
Bladeren en bloeitijd
Oleanderbladeren zijn donkergroen, tussen de 6 en 10 centimeter lang en staan in groepjes van drie op een tak als een krans. De bloemschermbloem heeft elk vijf kelkblaadjes en vijf bloembladen en is te zien van juni tot september. De kleur van de oleander varieert van wit, geelachtig tot rozerood en de oudste bladeren vallen af zodra ze vergeeld zijn. De bloemen van de oleander bloeien alleen volop in de zomer, terwijl de knoppen zich niet ontwikkelen bij koude temperaturen. De oleander wordt bestoven door langwerpige vlinders, die fruitcapsules produceren die tot 15 centimeter lang kunnen worden.
Voortplanting
Een oleander plant zich voort door stekken, waarbij de beste voortplantingstijd van juni tot september is. Voor de voortplanting mogen alleen sterke scheutpunten zonder bloemen worden blootgesteld.
- De scheutpunten worden geknipt met een schaar of een mes.
- De stekken worden in een bak gevuld met water geplaatst en op een schaduwrijke plek geplaatst.
- De onderste scheutpunt mag maximaal 5 centimeter onder water staan.
- Wortelvorming duurt meestal ongeveer vier weken. Zodra de wortels 1 tot 2 centimeter lang zijn, worden ze opgepot.
Plagen en ziekten
Oleander kan worden aangevallen door bladluizen, schildluizen, wolluizen en oleanderkanker. De bladluizen mogen alleen bestreden worden met koudevrije plantenspuit. Als er sprake is van een kleine besmetting met schildluis, kunnen deze worden bestreden met een natte doek of spons. Als de schaalinsectenaantasting ernstiger is, moet de bestrijding ook worden uitgevoerd met een geschikte plantenspuit, waarbij de behandeling elke drie tot vijf dagen moet worden uitgevoerd.
Oleander – Locatie en verzorging
De botanische naam van de oleander maakt deel uit van de verzorging ervan. Het Griekse nerium betekent “vochtig, nat” en de bijnaam oleander is afgeleid van het Latijnse “oleum” voor olie. In zijn oorspronkelijke wilde vorm komt de oleander in het Middellandse Zeegebied voor aan de randen en oevers van rivieren. Dit verklaart de hoge waterbehoefte van deze plant. Het wordt al ongeveer vierhonderd jaar als gecultiveerde plant gekweekt en is nu inheems geworden in de noordelijke streken tot aan Helgoland. Vanwege de bloemen is hij vooral populair als kuipplant.
De oleander houdt van helder, warm en met veel water. Idealiter zou het moeten worden beschermd tegen wind en regen, zodat het zich kan ontwikkelen en zijn volledige bloei kan behouden. Een parkeerplaats aan de oostzijde van de woning is mogelijk, maar niet per se ideaal. De oleander geeft de voorkeur aan de zuid- en zuidwestkant omdat de zonneschijn en de warmte ter plaatse de voorwaarden zijn voor een overvloedige bloei. De plant heeft regelmatig water nodig, vermijd water met regenwater. Bemesting is ook bijzonder belangrijk, omdat de oleander een hoge voedingsbehoefte heeft.
- De oleander gedijt het beste in een goede mix van turf en potgrond.
- Omdat oleanders goed groeien met kalkwater, kan deze plant ook met gewoon kraanwater worden bewaterd, al is regenwater beslist geschikter.
- De beste meststof is de volledige meststof, hoewel blauwe korrel ook zeer nuttig kan zijn omdat het de oleander gedurende langere tijd van extra voedingsstoffen voorziet en daardoor beter gedijt.
Oleander snijden
Bij oleander is snoeien in principe niet nodig, maar oudere planten moeten worden teruggesnoeid. Het beste is om elke één à twee jaar uit te dunnen, waarbij de langste en zeer oude scheuten tot op het oude hout worden teruggeknipt. De beste tijd voor zo'n snit is na de bloei of voordat de eerste sneeuw v alt.
Overwinterende oleander
De voorkeurstemperatuur van Oleander voor overwintering ligt tussen 0 en 10 graden Celsius. Over het algemeen wordt aanbevolen om de planten zo laat mogelijk naar hun winterverblijf te verplaatsen, omdat de klimatologische omstandigheden en verlichting zelden optimaal zijn. Hoewel de oleander vorst tot -5 graden kan verdragen, bestaat er bij langere vorstperiodes of lagere temperaturen een risico op vorstschade aan de plant. Afhankelijk van de grootte van de oleanderstruik zijn voorbereidingen nodig voor overwintering in beschermde buitenruimtes, zoals voor huismuren, op terrassen of in carports.
Oleander is echter niet winterhard, dus buiten overwinteren brengt risico's met zich mee voor de struik. Alternatieven zijn onder meer accommodatie in beschermde maar onverwarmde ruimtes, zoals wintertuinen, garages, kelders en dergelijke. Voor overwintering geldt:
- een zo helder mogelijke locatie met daglicht
- Omgevingstemperatuur tussen 0 en 10 graden Celsius
- Als de overwinteringsruimte donker is, moet de omgevingstemperatuur ook laag zijn
- geef slechts matig water tijdens de rustfase, vermijd wateroverlast
- regelmatige inspectie op ongedierte
- Pas volgend voorjaar knippen
- Zet hem na de overwintering een paar dagen op een schaduwrijke plek
Bij overwinteren buiten geldt nog steeds het volgende:
- Windbeschermde locatie (niet aan de weerzijde!)
- plaats een dik piepschuim of isolatieplaat onder de plantenpot
- Wikkel de plantenpot in met jute, noppenfolie of fleece
- de plantenpot extra opvullen en isoleren met stro of bladeren
- bind de bovenste delen van de plant aan elkaar en wikkel ze in beschermvlies of bedek ze met kappen
- Verwijder de plant in vorstvrije tijden uit de beschermhoes
Waarschuwing van de redactie
Vanwege de extreme toxiciteit mag oleandersap nooit in de mond of zelfs in de ogen terechtkomen, omdat dit hoofdpijn, krampen, misselijkheid, hartverlamming en huidirritatie kan veroorzaken.