Het leggen van rioolbuizen is op zichzelf niet moeilijk. Hierbij hoort ook het berekenen van de gradiënt. Als dit niet correct wordt berekend, kunnen er resten ophopen en leiden tot een back-up in de rioolleiding. Slechte geuren, een slecht doorlatend of zelfs verstopt toilet zijn slechts enkele van de mogelijke gevolgen. Het verloop speelt hier een cruciale rol.
Bereken helling
Zelfs degenen die op school goed hebben opgelet, herinneren zich waarschijnlijk niet meer hoe ze een helling of een helling moeten berekenen. De formule is echter heel eenvoudig, dus er is slechts een kleine opfriscursus nodig. Wat nodig is, is de lengte van de rioolbuizen of de lengte van het tracé en het hoogteverschil. Het hoogteverschil wordt gedeeld door de afstand.
Dus:
Hoogteverschil / afstand=helling
Bij een hoogteverschil van 0,5 meter en een afstand van 50 meter levert dit de volgende berekening op:
0,5 / 50=0,01
Om de waarde van het verloop in procenten om te zetten, moet het resultaat met een factor 100 worden vermenigvuldigd. In het genoemde voorbeeld gedraagt het zich als volgt:
0,01 x 100=1,0% helling
Berekening met de regel van drie
Een andere manier om de helling van de rioolbuizen te berekenen is de rekenregel van drie. Deze methode is ideaal als de helling van de buizen niet alleen moet worden gecontroleerd, maar ook moet worden bereikt. Als er bijvoorbeeld een helling van 2% moet worden bereikt, moeten de afvalwaterleidingen worden aangelegd met een hellingsgraad van 1:50. Hiervoor moet je nu berekenen hoe groot het hoogteverschil moet zijn. Omdat er meestal weinig aan de lengte veranderd kan worden.
Een verhouding van 1:50 betekent dat er over een afstand van 50 centimeter een hoogteverschil van één centimeter moet zijn. Maar hoe groot moet het zijn, bijvoorbeeld één, twee of drie meter? Dit kan heel eenvoudig worden opgelost met behulp van de regel van drie:
50 cm afstand komt overeen met 1 cm hoogteverschil. Dit levert een stijgingspercentage op van 2% of 0,02. Hoe groot moet het hoogteverschil zijn als de route 100 centimeter is?
- 1 / 50=0,02
- X / 100=0,02
De afstand is verdubbeld, maar het resultaat moet hetzelfde blijven. Om de verhouding correct te laten zijn, moet het hoogteverschil ook verdubbeld worden.
Dus:
- 1 / 50=0,02
- 1(x2) / 50(x2)=0,02
- 2 / 100=0,02
Hetzelfde principe is van toepassing op alle waarden via de regel van drie. Of de afstand nu verdubbelt of verviervoudigt, het hoogteverschil moet met dezelfde factor worden vermenigvuldigd. Alleen dan blijft de relatie correct. Voor een afstand van 393 centimeter is de berekening als volgt:
393 / 50=7,86
7, 86 is de factor waarmee de afstand en het hoogteverschil moeten worden vermenigvuldigd. Dat betekent:
- 1 (x7, 86) / 50 (x7, 86)=0, 02
- 7,86 / 393=0,02
Welke neiging is correct?
Het berekenen van de helling van de afvalwaterleiding is belangrijk, maar pas echt zinvol als de juiste waarde bekend is. Bij de rioolbuis wordt deze waarde niet alleen bepaald door het traject en het hoogteverschil, maar ook door de stroomsnelheid van het water in de leidingen. Deze bepa alt of er zoveel mogelijk resten en resten worden weggespoeld of in de leidingen achterblijven. Het debiet is tevens afhankelijk van de diameter van de buis en de eventuele hoek waaronder de buizen gelegd moeten worden.
Om voor elk geval de juiste waarde te bepalen, zijn ook hydraulische berekeningen nodig. Voor afvalwater buiten gebouwen wordt doorgaans een debiet van 0,7 tot 2,5 meter per seconde aanbevolen. Er kan echter geen uitspraak worden gedaan door alleen de gradiënt te berekenen. Dit wordt alleen gebruikt om het gewenste verloop te controleren en te plannen.