Als het om structurele schade gaat, staat een onjuiste afdichting in het basisgedeelte bovenaan de lijst met mogelijke oorzaken. Dit resulteert meestal in vochtige kelders en gevaarlijke schimmelvorming. Afhankelijk van de omvang kan de gehele bouwconstructie aanzienlijke schade oplopen. Bijzondere aandacht moet daarom worden besteed aan bodemafdichting met of zonder bitumen. Zorgvuldig en gewetensvol werken is op dit gebied verplicht.
Probleemaansluiting
De basis van een gebouw rust rechtstreeks op de fundering of de gegoten vloerplaat en eindigt bovenaan de gevel. Het is dus deels onzichtbaar en deels zichtbaar. Beide onderdelen en de overgang daartussen kunnen voor problemen zorgen. Het onderste gedeelte is bedekt met aarde. Als er fouten zijn opgetreden bij het afdichten van de basis, kan water vanuit de grond in het metselwerk en de kelderruimtes binnendringen. Bovendien kunnen er zoutuitsteeksels ontstaan. In het ergste geval tasten beide de substantie van het metselwerk aan. In het bovenste, zichtbare gebied vormt opspattend water een groot gevaar: het spat van de omliggende grond op de basis - vooral als de ondergrond stevig of verhard is. Ook hier kan water het metselwerk binnendringen als de afdichting defect is.
Structuur van beschermlaag
Als het gaat om het feit dat de basis van een huis moet worden afgedicht, dan gaat het om het aanbrengen van een soort beschermlaag. Het is in de eerste plaats bedoeld om betrouwbare bescherming te bieden tegen het binnendringen van water. Deze beschermlaag bestaat op zijn beurt meestal uit meerdere afzonderlijke lagen die op elkaar liggen. Vanaf het metselwerk ziet de structuur er als volgt uit:
- Laag 1: Hecht- of versterkende mortel als dragermateriaal
- Laag 2: Isolatiepanelen
- Laag 3: Hecht- of versterkende mortel als dragermateriaal
- Laag 4: Verstevigingsgaas gevuld met vulmiddel
- Laag 5: Hecht- of versterkende mortel als dragermateriaal
- Laag 6: Coating met bitumen in het onderste gedeelte, met minerale afdichtingsmortel in het bovenste gedeelte
- Laag 7: pleister- of klinkerwerk
Bij het aanbrengen van elke afzonderlijke laag moet u zeer zorgvuldig te werk gaan om ervoor te zorgen dat het gehele oppervlak afgedicht is. Zelfs kleine fouten kunnen later tot grote constructiefouten leiden. Bijzondere zorg is vereist in het overgangsgebied van het onderste, onzichtbare deel naar het bovenste, zichtbare deel. Hier worden de meest voorkomende fouten gemaakt. Geen wonder, want op dit punt komen twee verschillende afdichtingssystemen samen.
Tip:
Hoewel u een basis in principe zelf kunt afdichten, is het, vooral bij dit gevoelige werk, zeer raadzaam om een ervaren specialist te raadplegen of hem dit meteen te laten doen. Mochten er problemen zijn met constructiefouten, dan kunnen zij bij twijfel ook aansprakelijk worden gesteld.
Voorbereidende maatregelen
Als u de afdichting door een professional heeft laten uitvoeren, kunt u nog steeds veel geld besparen als u als leek bepaalde voorbereidende werkzaamheden op zich neemt. Ze zijn nodig in het gebied van de basis, zodat de afzonderlijke lagen veilig kunnen hechten. Dit is een vorm van basisreiniging die zowel bij nieuwbouw als bij renovatie essentieel is. Concreet omvat dit:
- overtollige mortelresten en bestaand slib en verf verwijderen
- Schraap de door zout aangetaste voegen uit tot een diepte van minimaal 20 centimeter
- Reinig het oppervlak in het algemeen goed
- water goed vlak voordat je de eerste laag aanbrengt
Voordat u de eerste laag in de basis aanbrengt, is het belangrijk om op de heersende temperaturen te letten. De werkzaamheden mogen alleen onder zeer specifieke weersomstandigheden worden uitgevoerd. Concreet betekent dit: De ondergrond van het gebouw moet vorstvrij zijn en de ondergrond moet een temperatuur hebben van minimaal vijf graden Celsius.
Kritiek gebied
Zoals hierboven vermeld, is het gebied waar de onderste en bovenste delen van de basis samenkomen vaak het knelpunt als het gaat om afdichting. Het is daarom belangrijk dat de gebruikte afdichtingssystemen niet simpelweg van rand tot rand aansluiten, maar elkaar overlappen. De onderste bitumenlaag loopt door in de bovenste laag afdichtingsslib en omgekeerd. Normaal gesproken zou deze overlap ongeveer tien centimeter moeten zijn. Om dit schoon uit te voeren, moet eerst de bovenste laag in het spatwatergebied worden aangebracht. Pas dan volgt de onderste laag, die zich als het ware onder de aarde bevindt. Het spreekt voor zich dat bij alle werkzaamheden in deze context de grootst mogelijke zorgvuldigheid vereist is.
Materialen
Bitumen onderaan, afdichtingsslib bovenaan – zo kan de echte afdichtingslaag bij afdichting in het basisgebied tot een gemeenschappelijke noemer worden gebracht. Bij bitumenafdichting wordt tegenwoordig zelden nog puur bitumen gebruikt, maar eerder een met kunststof gemodificeerde variant. Het biedt tal van voordelen. Voorbeelden hiervan zijn het feit dat het materiaal hoge drukken kan weerstaan zonder te beschadigen, dat het absoluut waterdicht is en dat scheuren tot een breedte van ongeveer twee millimeter gemakkelijk te overbruggen zijn. De hierboven genoemde minerale afdichtingsslurries hebben zeer vergelijkbare eigenschappen. Bovendien zijn ze goed bestand tegen druk en overbruggen ze scheuren tot vier millimeter. Bovendien vormen ze een betrouwbaar hechtmateriaal voor later te bevestigen gips- of klinkerstenen.
Alternatieven
Omdat de afdichting aan de onderkant van een huis verschillende functies heeft, afhankelijk van de locatie onder of boven de rand van de grond, was het tientallen jaren lang niet mogelijk om te werken zonder de kritische overlap tussen de twee materialen. Inmiddels zijn er echter producten op de markt die over het algemeen geschikt zijn voor zowel toepassingsgebieden als soorten gebruik. Hier moet bijvoorbeeld Remmers Multi-Baudicht 2K worden vermeld, die relatief eenvoudig verkrijgbaar is bij de bouwvakhandel. Deze en andere producten hebben de eigenschappen die respectievelijk bitumen en afdichtingsslib hebben. Het kan dus veilig worden gebruikt voor beide delen van de basis. Omdat de overlap wordt geëlimineerd, wordt het risico op een lekkende basisafdichting aanzienlijk verminderd.