Je hebt een “holte” in de tuin, vaste kleigrond en vul regenwater aan. Dit is eigenlijk een natuurlijke vijver, ook al vergt het veel meer om hem aan te leggen en te onderhouden.
Belangrijk voor een natuurlijke vijver
- Kleigrond is ideaal als substraat, zelfs als de vijver nooit 100 procent dicht is
- Het is essentieel om voedselarme grond te gebruiken
- Geen vijvergrond
- Geen tuingrond
- Geen plantensubstraat
- Gebruik alleen kalkvrij zand (kwartszand) of grind
- Regenwater is het beste
- Onder geen beding kunstmest
- Plaats planten alleen in bakken met zand, geen vijveraarde
- Bedek alleen de rand van de vijver met zand
- Gebruik nooit filtersystemen, circulatiepompen of fonteinen, deze horen niet thuis in een natuurlijke vijver
Locatie en omstandigheden
Een lage grondwaterstand is ideaal voor een natuurlijke vijver. Hier hoeven alleen de vijverbodem en de bijbehorende waterterrassen te worden gevormd. Aan de andere kant kan iedereen met een hoge grondwaterspiegel maar sterke kleigrond gemakkelijk een natuurlijke vijver creëren. Hier vindt ook een gereguleerde wateruitwisseling plaats. Het grondwater en de regen bepalen het waterpeil in de vijver. Dit is de ideale natuurlijke vijver. Als u geen van beide natuurlijk kunt vinden, kunt u helpen, maar met veel moeite en enige kosten. De vijverbodem kan op natuurlijke en milieuvriendelijke wijze worden afgedicht. Breng een laag aangestampte klei aan van 40 tot 60 cm dik. Dit biedt geen 100 procent bescherming tegen lekken, maar werkt meestal heel goed. Wat echter wel belangrijk is als je helder water in de vijver wilt, is dat je op de klei een circa 20 cm dikke laag voedselarm zand aanbrengt.
- Een lage grondwaterstand is ideaal voor een natuurlijke vijver
- Ook sterke kleigrond
- Je kunt ook een dikke laag aangestampte klei aanbrengen
De lichtomstandigheden zijn belangrijk voor een natuurlijke vijver. Ze moeten heel evenwichtig zijn. Zon is goed, maar er moeten ook schaduwrijke plekken zijn, in ieder geval tijdelijk. Vooral in het voorjaar is voldoende zon belangrijk, zodat nakomelingen van insecten en amfibieën zich goed kunnen ontwikkelen. Aan de andere kant hebben drijvend blad en drijfplanten ook gedeeltelijke schaduw of zelfs schaduw nodig.
- Zonnige, gedeeltelijk schaduwrijke en schaduwrijke plekken mogelijk
- Schaduw kan ook kunstmatig worden gecreëerd, de zon niet
Ideale vorm en grootte van een natuurlijke vijver
De vorm doet er niet toe, zolang deze maar natuurlijk is. Een cirkelvormige of strikt rechthoekige of vierkante vijver is niet natuurlijk. Een niervormige vijver met een bruggetje over de smalle plek ziet er erg mooi uit. Van daaruit kun je ook gemakkelijk de wezens in en rond de vijver observeren. Om onderhoudswerkzaamheden te kunnen uitvoeren en planten uit te dunnen, is het een voordeel om een instappunt te hebben van waaruit je veilig de vijver in kunt klimmen. Ook zijn verschillende dieptezones van belang, één voor moerasplanten, één voor ondiepwaterplanten en één voor diepwaterplanten. Het is belangrijk dat een ondiepe waterzone in het voorjaar bijzonder zonnig is voor de verwachte kikkers en hun paai.
- Vorm onbelangrijk
- Natuurlijke vorm, niet rond of strikt rechthoekig
- Instappositie is een voordeel
- Diverse terrassen voor planten
- Zonnig ondiep watergebied
- Ondiepe zones voor dieren die uit het water willen komen
Het belangrijkste dat telt als het om de maat gaat, is de diepte. Een natuurlijke vijver moet minimaal 80 cm diep zijn, 100 cm is nog beter. Dit zorgt ervoor dat amfibieën en insectenlarven die in strenge winters overwinteren, niet doodvriezen. Uiteraard kan de vijver ook dieper zijn. Maar meer dan 180 cm is niet nodig.
- Grootte onbelangrijk
- Diepte is cruciaal
- Minimaal 80 cm, beter 100
- Minimaal 20 cm brede vijverrand, bij voorkeur meer
Tip:
Hoe groot de natuurlijke vijver ook is, deze moet worden beveiligd. Of u hekt het hele perceel of specifiek de vijver. Er moet worden voorkomen dat iemand gewond raakt. Kinderen worden op magische wijze aangetrokken tot water en er gebeuren altijd tragische ongelukken als ze erin vallen. Als tuineigenaar bent u hiervoor aansprakelijk.
Creëer een natuurlijke vijver
Natuurlijk moet er eerst een plan worden opgesteld hoe de vijver eruit moet komen te zien. U kunt de plattegrond aftekenen met een dik koord of aftekenen met zand. Vervolgens wordt de vijver uitgegraven. De rand van de vijver moet minimaal 20 cm diep zijn en, afhankelijk van de grootte van de vijver, 20 tot 100 cm breed. De vloer moet rondom dezelfde hoogte hebben. De beste manier om dit te controleren is met een slangniveau.
- Maak plan
- Markeer vijvercontouren
- Vijver opgraven
De uitgegraven grond kan worden gebruikt om de tuin in kleinere hoeveelheden te ontwerpen. In grote vijvers is het echter meestal te veel en moet het verwijderd worden. Omdat maar heel weinig tuinen kleigrond hebben, kan ervan worden uitgegaan dat er een laag klei moet worden aangebracht. Omdat dit maximaal 60 cm dik moet zijn, moet je dieper graven. Uiteraard moet je de klei wel laten bezorgen. Het is belangrijk om een beschermrooster op de bodem van de vijver te gebruiken, zodat muizen en andere dieren de grond onder de vijver niet kunnen ondermijnen. Het water zou daar weglopen. Dit moet worden voorkomen voordat de kleilaag wordt aangebracht. Dit moet in lagen worden aangebracht. Tussendoor blijven we bevochtigen en aanstampen zodat de grond absoluut afgedicht wordt. De klei mag gedurende deze gehele tijd niet drogen, omdat er snel scheuren ontstaan en de waterdichtheid niet wordt bereikt. De laag in het midden van de vijver hoeft slechts zo'n 50 cm dik te zijn, maar aan de vlakkere kanten, waar de kans op uitdroging vrij groot is, moet deze minimaal 60 cm dik zijn. De dikte moet dan worden teruggebracht tot 30 cm tot aan de rand van de oever. Nadat de kleilaag is aangebracht, moet deze drogen.
Tip:
Adobe of ongebakken kleistenen zijn al een tijdje ook verkrijgbaar in de winkels. Ze vergemakkelijken het afdichten van een natuurlijke vijver en zijn gemakkelijker te transporteren. Hier wordt een vijvervlies geplaatst om eventuele oneffenheden op te vangen die kunnen ontstaan bij het verdichten van de stenen. Het neerleggen van de natte stenen is lastig omdat de droge stukken al 16 kg wegen. De stenen worden dicht bij elkaar gelegd en vervolgens verdicht met een trilnaald. Er moet een vlies bovenop komen en daarna het zand of kalkvrije grind. Het vlies zorgt ervoor dat het grind niet in de klei drukt. Het bouwen van deze versie is veel moeilijker dan het werken met losse klei, zo zeggen de experts.
Als de klei goed is opgedroogd, kan er theoretisch water worden binnengelaten. Het is belangrijk om alleen regenwater te gebruiken. Uiteraard moet dit wel vooraf verzameld worden of je kunt een regenleiding vanaf het dak de vijver in laten lopen. Wel is het verstandig om eerst een laag zand over de klei te leggen. Hiermee wordt voorkomen dat de planten direct in contact komen met de voedselrijke klei. Dit leidt tot een zeer sterke plantengroei. Het zand voorkomt ook dat het water troebel wordt. Een zuivere kleivijver heeft altijd troebel water. Als u dat niet erg vindt, kunt u de vloer laten zoals hij is. Wilt u liever iets in de vijver zien, doe dan zand in de vijver. Ideaal is een laag van ongeveer 20 cm dik. De waterplanten kunnen ook meteen in het begin worden gebruikt om natte voeten te voorkomen.
Plant een natuurlijke vijver
Bij het planten hoeft u niet veel te overwegen. Voor de afzonderlijke zones moeten de juiste planten worden geselecteerd. Natuurlijk bevat een natuurlijke vijver geen exotische planten, maar inheemse planten. Eigenlijk hoeft er niets geplant te worden. Er vestigen zich vrij snel voldoende planten. Hiermee weet u zeker dat het planten zijn die geschikt zijn voor de standplaats en uitstekend met elkaar overweg kunnen. Wilde planten gedijen het beste in een natuurlijke vijver, dus gecultiveerde vormen kun je beter vermijden. Riet kan gedijen in water tot een meter diep, maar ook in ondieper water. Je moet oppassen dat de planten zich niet te veel verspreiden. Cattails hebben vergelijkbare vereisten, maar verspreiden zich minder.
Diepwaterzone
Witte waterlelie
Onderwaterplanten
- hoornblad
- Waterplaag
- Tannwedel
- Vijvermummel (alleen voor grotere vijvers)
Ondiepwaterzone
- koortsklaver
- Kikkerlepel
- Bulrushes
Moeraszone
moerasgoudsbloem
In een natuurlijke vijver is minder meer. Veel planten verspreiden zich snel en snel en een groot deel is simpelweg overwoekerd. Het is beter om niet zoveel planten te planten, omdat wilde planten zich op natuurlijke wijze zullen vestigen. De planten worden direct in de zandlaag geplaatst. Ze wortelen in de klei en zijn dan vast. Dit heeft een nadeel: het is ontzettend moeilijk om ze er weer uit te krijgen. Wanneer riet- en rietplanten worden uitgerukt, kan de vijver zelfs gaan lekken doordat er veel klei wordt verwijderd. Daarom moet zorgvuldig worden overwogen welke planten worden gebruikt. Als alternatief kunnen plantenmanden worden gebruikt en begraven, zelfs als ze niet echt in een natuurlijke vijver passen. Geen aarde gebruiken, plaats in zand of grind zonder substraat.
Conclusie
Een natuurlijke vijver is geweldig, maar heeft niet alleen maar voordelen. Het is belangrijk om de klei heel, heel stevig en scheurvrij te krijgen en een dikke laag zand aan te brengen zodat je geen bruine plas krijgt. Verder is klei een natuurlijk bouwelement en biedt de vijver veel dieren een natuurlijke leefomgeving, zonder chemicaliën. U moet er echter wel rekening mee houden dat de aanleg enige tijd in beslag zal nemen en kostbaar kan zijn en dat ook een vijver die niet professioneel is aangelegd, kan gaan lekken. Bovendien wordt de plantengroei door de kleigrond sterk bevorderd, waardoor de planten de neiging hebben zich te vermenigvuldigen.
Het is belangrijk dat er geen vissen in de vijver komen. Ten eerste zouden er geen amfibieën meer kans hebben om te overleven en ten tweede zou het water sterk vervuild raken en zou de vijver sneller dichtslibben. Een natuurlijke vijver heeft geen filtersysteem. Dit maakt duidelijk dat hij ook geen eeuwig leven heeft. Het water zal steeds minder worden. Hoe groter het vijveroppervlak, hoe langer de levensduur van de vijver. Een vijver van ongeveer 10 m² verzandt na ongeveer 5 jaar, een vijver van 50 m² na ongeveer 20 jaar en een vijver van 100 m² pas na ongeveer 30 jaar.